20 maart 2019

Essay Menno Vuister

Zweifel en Chou in Luilekkerland? Over tijd, overvloed, en verteren

Review van A MOUTH FOR A STEW
Sabrina Chou en Micha Zweifel
november/december 2018

I
In een pakkende scene uit David Cronenberg’s Cosmopolis (2012) legt accountant Vija Kinksy de hoofdrolspeler van de film, tiener en miljardair Eric Packer, het verband tussen tijd en geld uit. Geld, zo stelt ze, maakt tegenwoordig tijd, in plaats van andersom. Vanaf het moment dat de mensheid in uren, minuten en seconden is gaan denken, in tegenstelling tot de eeuwigheid, heeft de acceleratie van kapitaal ervoor gezorgd dat tijd in steeds kleiner meetbare eenheden wordt gemeten, en dat arbeidsefficiëntie constant is toegenomen. Tijd, zo lijkt het, is het meest waardevolle product van het kapitalisme geworden.

In het hedendaags kapitalisme is de zandloper op oorlogspad. Van onvoltooid werk tot de alsmaar uitdijende openingstijden van winkels, restaurants, en zelfs musea; ieder moment dat niet efficiënt is besteed, wordt uiteindelijk als verloren beschouwd. En in een samenleving die zich dankzij de verleiding van het perfecte social media imago volledig op winnaars richt, is verliezen geen optie.

Succes – in de kapitalistische, geld-gedreven vorm – wordt voor een groot deel bepaald door hoe efficiënt iemand tijd besteed. Diegenen die, bovenop het leiden van een goedlopende zaak, ook fit kunnen blijven, terwijl ze ook nog tijd hebben voor het gezinsleven, behoren tot de meest bewonderde personen. Hoewel het er niet om gaat wie nu eigenlijk het drukst is, is het zeker een oproep om tijd zo nuttig mogelijk te spenderen: hoe kunnen we het meest uit onze dag halen, en hoe kunnen we deze ‘omzet’ maximaliseren?

Tegen deze achtergrond, en een in toenemende mate op projecten, deadlines, en op resultaten gerichte kunstwereld, lijkt het project A Mouth for Stew van Micha Zweifel en Sabrina Chou nogal een vreemde eend in de bijt.

II
De opzet van A Mouth for Stew was simpel: moe van het constante werken onder druk van project- en tentoonstellingsdeadlines wilden beide kunstenaars tijd vrijmaken om te lezen en onderzoek te doen.  Een residency in Kunsthuis SYB is op zichzelf erg geschikt om deze tijd te krijgen, maar vraagt nadrukkelijk om een publiek moment waar de resultaten van de residentie worden getoond. Tijdens hun verblijf combineerden Chou en Zweifel hun behoefte naar rust daarom met hun liefde voor koken en conversatie door drie diners te organiseren waarvoor de kunstenaars het eten maakten. Verschillende onderzoekers en professionals uit de kunst- en kookwereld werden aan tafel ontvangen en uitgenodigd om in gesprek te treden over de manier waarop ideeën worden verteerd.

Voor de culturele elite is het diner vaak een methode om decadentie en klasse te tonen, terwijl het voor commerciële galeries en musea een cruciaal mechanisme is om zakelijke relaties te cultiveren. Voor Zweifel en Chou is het diner echter niet zozeer een middel met strategische doeleinden, zoals het opbouwen en onderhouden van zakelijke relaties, maar een methode om een kortstondige gemeenschap op te wekken, waarbinnen tijd is om op verschillende onderwerpen te reflecteren. In plaats van evenementen te organiseren die gericht zijn op (toekomstige) winst of harde, meetbare resultaten, wilden de kunstenaars bovenal een kader bieden waarin gedachten en ideeën tijd en ruimte konden krijgen om rustig te sudderen.

III
Met A Mouth for Stew wilden Chou en Zweifel nadrukkelijk geen directe resultaten boeken. Dit betekende echter niet dat de kunstenaars lukraak tewerk zijn gegaan. Eén van de onderdelen van hun onderzoek, die ook werd gebruikt om richting te geven aan de diner-gesprekken, was de hypothese “[c]hange is digestion” (verandering is vertering)[i], overgenomen uit het essay Bruegel in Paradise van kunsthistoricus T.J. Clark.  In deze tekst analyseert de auteur het meesterwerk Luilekkerland (1567) van Pieter Breugel de Oude, waarin de verbeelding van Luilekkerland een belangrijke rol speelt, en waar in de kantlijnen het verband tussen eten, geld en tijd doorschemert.[ii]

Volgens Clark neemt de typologie van Luilekkerland halverwege de vijftiende eeuw in populariteit toe omdat ze een wereld verbeeld waarin overvloedigheid het verschil tussen klassen vervaagt, maar onderschrijft de beeltenis tegelijkertijd hoe deze overvloed aan voedsel iedere vorm van efficiëntie ondermijnt en mensen uiteindelijk tot nietsnutten transformeert.[iii] De typologie kan hierdoor zowel worden gezien als een utopie voor de lagere klassen, een humoristische (en Christelijke) waarschuwing voor gulzigheid en een satirische representatie van de volgevreten elite.

Het verband tussen voedsel, geld en tijd manifesteert zich in Luilekkerland echter tegenovergesteld aan de hedendaagse situatie: het kapitalisme maakt dat we zo efficiënt mogelijk proberen te leven omdat tijd, en niet voedsel, steeds zeldzamer wordt. Dit betekent echter niet dat Bruegel’s verbeelding van Luilekkerland (net als de typologie zelf) gedateerd is – de nietsnutten in het schilderij verbeelden nog altijd dezelfde waarschuwing: overvloed leidt tot luieren, en uiteindelijk tot het verspillen van tijd. Juist daarom kleeft er een risico aan het feit dat de typologie van Luilekkerland in direct verband met Zweifel en Chou’s A Mouth for Stew opduikt, want is hun residentie-periode niet precies de overvloed waarvoor Luilekkerland lijkt te waarschuwen?

Het moet hier echter worden gezegd: Luilekkerland is net zo fictief als de dialoog tussen de miljardair en zijn accountant in Cosmopolis. Wanneer Kinsky uitlegt dat de mensheid het idee van oneindigheid heeft verworpen toen zij tijd in uren is gaan meten, maakt ze tegelijkertijd het perfecte onderscheid tussen de overvloed in het hedendaagse kapitalisme en Luilekkerland: tijd, ongeacht hoe lang, raakt op. Het maakt niet uit hoeveel tijd je hebt, uiteindelijk is ze voor iedereen eindig.

Ook de residentie van Zweifel en Chou duurde natuurlijk niet eeuwig. Alleen al daarom kleeft er aan A Mouth for Stew een bepaalde mate van doelmatigheid. Leunend op deze gedachtegang is de mensheid vanzelfsprekend gedwongen iets te bereiken. Zowel omdat onze individuele levens eindig zijn, maar ook omdat we er in een systeem waarin tijd in kleinere eenheden dan nanoseconden kan worden gemeten constant op gewezen worden dat we weinig tijd hebben. Terwijl de opkomst van op tijd gebaseerde efficiëntie een grote toename van welvaart in het westers kapitalisme heeft verzorgd, heeft het ook ons tijdsbesef doen versnellen, met een dwingend gevoel van haast tot gevolg. En hoewel een overvloed aan tijd niemand motiveert, is het precies het gevoel van haast dat A Mouth for Stew wilde ondermijnen.

IV
Van de vele voorbeelden van haast in het hedendaagse kapitalisme komen de beste uit de wereld van voedsel. Een alsmaar toenemende hoeveelheid kookboeken, kookprogramma’s, fastfoodconcepten, en afhaal- en bezorgdiensten zoals Hello Fresh!, pogen dezelfde boodschap over te brengen: je kan en zou tijd moeten besparen op eten. Maar waar tijd in de keuken gereduceerd kan worden, laten Zweifel, Chou, T.J. Clark, en wellicht ook Bruegel zien dat dit niet opgaat voor het verteringsproces.

Hoewel de nietsnutten uit Bruegel’s Luilekkerland er laveloos en volgevreten bijliggen, liggen ze niet zorgeloos te luieren omdat er niks is wat hun aandacht nodig heeft, of omdat ze een overvloed aan tijd hebben. Ze liggen daar omdat ze niks anders kunnen dan te verteren wat ze hebben geconsumeerd. Aan de ene kant is hun doelmatigheid door de overmaat van inname aangetast, maar aan de andere kant is hun dagelijkse haast juist uitgesteld ten gunste van de spijsvertering.

Doelmatigheid, efficiëntie, of de haast van het hedendaagse kapitalisme (hoewel zij de aanjager is van welvaart en succes) is precies wat ons drijft tot de noodzaak om te reflecteren, heroverwegen, en te onderzoeken, en voedt de behoefte onze dagelijkse arbeid te vertragen en te dromen van een Luilekkerland waarin er overvloed aan tijd is. A Mouth for Stew, hoewel tijdelijk, verschafte deze overvloed, zowel in tijd voor de kunstenaars om de resultaten van hun werk en praktijk te verteren, als het scheppen van ruimte voor het bedenken, bediscussiëren, en uiteindelijk het verteren van de onderwerpen waarover tijdens de diners is gesproken. Soms is het niet genoeg te letten op de uren, minuten, of seconden, of om onze tijd efficiënt te gebruiken. Soms is er niks anders te doen dan er laveloos bij te liggen, uit te buiken, en te verteren.

 

Bibliografie

– Clark, T.J., Bruegel in Paradise, in: Clark, T.J., Heaven on Earth; painting and the life to come, London: Thames & Hudson, 2018, pp. 74 – 126

[i] De meest passende Nederlandse vertaling van ‘digestion’ is in deze context wellicht ‘verwerking’. Het verband, echter, met het menselijk metabolisme is hier zeker niet toevallig. Daarom verkies ik de term ‘vertering’ zowel boven verwerking als spijsvertering, om de ambiguïteit van de Engelse term intact te laten.

[ii] T.J. Clark’s analyse van Bruegel’s Luilekkerland gaat, naast een verhandeling van de geschiedenis van Luilekkerland als beeltenis en Bruegel’s motivatie deze te schilderen, vooral in op de liggende figuren in het schilderij in relatie tot de rondheid van de aarde. Daarom is Bruegel in Paradise nadrukkelijk geen kritiek op het kapitalisme of een verhandeling die poogt de hedendaagsheid van het schilderij te onderschrijven, maar een intelligente, heldere analyse van ontwikkelingen in de schildertechniek van Pieter Bruegel de Oude.

[iii] T.J. Clark gebruikt hier de Engelse term ‘Do-nothings’, ontleent aan het Nederlandse ‘deugnieten’. Linguïstiek gezien maakt Clark echter kenbaar dat de deugnieten niet alleen niet deugen, maar ook letterlijk niets doen.