17 september 2018

Rustig!

review Notes of the Receptionist, Arianne Kamsteeg

Je beste ideeën krijg je onder de douche, terwijl je op de bus staat te wachten, of de was op vouwt. Dagelijkse perongelukjes, ‘mindfullness’-oefeningen zonder dat je er bij stil staat. Passiviteit voor beginners. Het zijn momenten waarin je toch niet efficient kunt nadenken, want je bent bezig met het wachten op iets. Je staat ergens tussenin en op eens hebben de ideeën, de gedachten, de spinsels ruimte om als een volmaakte legpuzzel op hun plek te vallen.

Denk ik.

Om nou te zeggen dat het zwaar valt om te schrijven over ‘The Notes of the Receptionist’, de residentie van Anne Marijn en haar drie kompanen Minne, Charlott en Marlena, is schromelijk overdreven. Maar, alles wat ik actief doe – zoals het formuleren van een duidelijke mening – voelt, als je je bezig houdt met passiviteit, bijna een beetje als valsspelen. Wat meteen de verwarring en de schoonheid van het thema van deze residentie is. Een residentie, een snelkookpan persé, waar men zich aanmeldt met een doel, een onderzoek en een gericht resultaat, dit ook nog eens willen aanpakken met een groep van vier die allemaal ergens anders wonen en werken (zei iemand iets over groepsdynamiek?) en dan als groot streven hebben om passiviteit te onderzoeken. Mag je dat dan een oxymoron noemen – een stijlfiguur waarbij twee woorden worden gecombineerd die elkaar in hun letterlijke betekenis tegenspreken?

Wat ik niet had kunnen bedenken toen ik Anne Marijn voor het eerst opbelde om over de residentie te praten, was dat zij ondertussen tegen wil en dank haar eigen onderwerp was geworden was. Een val van haar fiets en de bijbehorende knal tegen haar kop hadden tot de diagnose “hersenschudding” geleid. Niet alleen kon ze niets doen, ze mócht ook niets doen. Hierdoor was er voor haar van passief zijn met een deadline eigenlijk geen sprake meer. Ze vertelde dat ze wel moest verzinken in rust nemen. Niet dat de maakdrang die ze nu al een tijdje voelde verdween, maar de verlamming van de druk om te maken was wel minder aanwezig en het lukte haar wonderwel goed om zich over te geven en zelfs te genieten van de stilstand. Wat weer tot de interessante observatie leidde dat ze zag hoe makkelijk het voor haar residentiegenoten was om afgeleid te worden door de de gang van alledag, in plaats van meegenomen door een meer anti-praktisch proces. Dit hadden ze natuurlijk van te voren wel al iets zien aankomen, en daardoor proberen te ondervangen door rituelen voor elkaar te organiseren die bevorderlijk waren voor de passiviteit. Van wandelen met heel bewust een goed aantal passen tussen elkaar, tot het verzinnen van passieve werkwoorden en om vier uur in de ochtend tekeningen maken. Alles om het hoofd uit te krijgen en de sleur te omzeilen: open te staan voor nieuwe indrukken en te verdwijnen in de rust van Kunsthuis Syb en Beetsterzwaag.

Omdat ik niet bij de opening van de eindpresentatie kon zijn, had ik afgesproken om halverwege de residentie te komen kijken en meedoen. Ik zou een van de rituele handelingen zijn die ze met z’n vieren zouden laten afspelen. Op een zwoele zondag trof ik vier overvolle vrouwen aan in een huis als een laboratorium. Ideeën en werkprocessen die langs elkaar gleden, variërend van intens samen niets proberen te doen tot met je eigenste ik en je eigen idee bezig zijn in je eigen hoekje. Het voelde alsof ik op het moment was gekomen waarin net een pauze was genomen, de vastgehouden adem voor het uitspreken van een lange zin. Het was een middag waarbij we met ons vijven in horten en stoten in rondjes aan het praten waren, we daar gaandeweg ook oké mee werden, ik kortere en langere introducties op het werk kreeg en bleek dat iedereen het vooral even niet zo goed meer in woorden wist te vatten. Waar ze in hun proces stonden, welke testen mogelijk tot werken zouden verworden, wat voor vorm de eindpresentatie moest krijgen. Eén beslissing was net wel al gevallen. Na een lange zoektocht binnen taal en gelukkige woordspelingen tussen Nederlands en Engels was er een titel gevonden voor de nog vormloze eindpresentatie.

‘Notes of the Receptionist’

Anne Marijn vertelde later dat het hebben van een kader als dit enorm veel vrijheid gaf aan de vier. Deze ‘receptionist’ bleek een kapstok te zijn, een karakter waar ieder zijn eigen draai aan wist te geven. Voor ieder was het in elk geval een karakter in rustige-afwachting-van, receptief, zonder direct doel.

De rust van dit ‘karakter’ trof mij toen ik in de warmste gemeten Nederlandse zomer ooit langs kwam om het resultaat van de (nooit komende) storm te bekijken. Ik werd geraakt door de orde, de kalmte van de ruimte en de energie, tegenover de chaos van de keer dat ik er voor was. De testjes, anekdotes en onbedoelde speurtochten waren werken geworden, werken die allemaal op hun eigen manier vragen stelden in plaats van zich presenteerden als hele zware, afgeronde, confronterende Entiteiten. Kwetsbare werken zonder gemaakt fragiel te zijn, die trots zijn op hun onkunde en gebrek aan kennis. Het on-opgespannen doek van Charlott met als centrale figuur een prachtige zeemeermin-garnaal. Een doek dat laag na laag opgebouwd was van inkten, en weer leeggetrokken was met bleek hing als bewegelijke muur in de ruimte. Anne Marijn die haar maakdrang een vorm had weten te geven door met houtskool een tekst uit te schrijven op de grove gegoten betonnen vloer, waardoor deze een hele mooie tastbaarheid kreeg. Sommige letters leken bijna uit draadjes wol te bestaan, en zelden had ik zo sterk het verlangen gevoeld om woorden aan te raken, te kijken of ik de letters wat rond kon duwen. Ook de beweeglijke doeken beschreven met tekstflarden van Anne Marijn kwamen voort uit een maakdrang die tot nieuwe vormen leidde. Prettig en dapper om zo’n stukje experiment te mogen bekijken als deel van een eindpresentatie. Een video van Marlena waarbij de enige activerende en uitgesproken vraag aan haar vier personages was om zich het moment van passiviteit in hun leven te herinneren en daar naar terug te gaan. Waarna je zonder uitleg hele verhalen achter de ogen van de personages langs ziet trekken, terwijl er appeltjes om ze heen vallen, ze op vastgezette fietsen naar nergens trappen, ze zich op een bed uitstrekken en naar niks kijken en doelloos liedjes zingen. Als tegenhanger toonde Marlena ook een video waarin zich een meer tekstueel en tactiel onderzoek voltrekt naar wat crisis is, een woord dat zijn herkomst in het Grieks heeft en zo veel betekent als beslissing, of onderscheid. Minne die haar werk, tekeningen van bijna grotto-achtige ophang-oplossingen, liet zweven achter plaatjes perspex. Maar ook gematerialiseerde plankjes en schappen, werken in ruste perse, die aan de wand bevestigd waren. Drie hangende, leunende colberts die in hun tuimelen gestopt waren en om een blok epoxy met vergeten make-up resten heen gedrapeerd waren. Een zoeklampje aan reeks bungelende breinaalden, een prachtig sterk en luchtig werk wat heen en weer wiegde in de ruimte. En, voor mij het hoogtepunt, een vlog van Anne Marijn op een iPhone. Je ziet Anne Marijn wiebelen met haar neus, zich verzuchtten dat ze het eigenlijk allemaal niet meer zo snapte, je hoort haar zich afvragen of het kleedje over een steen in de tuin daar was ter bescherming van de steen en ziet haar in een weiland naast een troep koeien staan en besmuikt opmerken dat die koeien niets meer doen dan alleen maar vliegen weg slaan. Zo meanderend als haar verwoorde observaties, zo stevig zat de iPhone vast aan de muur, met wel zes of acht haakjes.

‘Notes of a Receptionist’ voelde als een zucht, schouders die naar beneden zakken bij het eindelijk aan zien komen rijden van de bus. En zodra ik weg ging, zouden alle werken in dozen verdwijnen om te wachten op dat wat later mogelijk zou komen. Werken die later wel weer opgepakt zullen worden, net als het viertal later vast ook wel weer eens samen gaat komen en er geëvalueerd zal worden over de zes weken en de twee weekenden in Beetsterzwaag. Maar eerst moet er stof neerdalen, voordat het begrip passiviteit weer opgepakt kan worden. Want passief zijn, bleek toch een nogal actieve bezigheid.