1 augustus t/m 10 september 2017
Drach
Residency Josje Hattink
In het Atlanticum (8000 – 5000 v. Chr.) bestond de bodem van Friesland, Groningen en Drenthe nog voor een groot deel uit moeras. In dit uitgestrekte, zompig drasland, kregen zuurstof en bacteriën nauwelijks de kans om de afgestorven plantenresten te verteren. Over duizenden jaren ontstonden uit de dode plantenresten metersdikke lagen veen, een bron van fossiele brandstof die de dorpen in de veengebieden, als ook Beetsterzwaag, evenveel welvaart als armoede heeft gebracht
Het afsteken van veen heeft diepe sporen nagelaten in het landschap: turftrekken, petgaten en zetvelden. Handarbeid op kleine schaal ontwikkelden zich in de 19e eeuw tot grootschalige industriële ontginning. Baggerbeugels, veenstikkers en baggelmachines; het zijn woorden die al lang verdwenen zijn uit de Nederlandse taal, maar de sporen van deze werktuigen zijn nog altijd te lezen in het Nederlandse landschap.
De Nederlandse kunstenaar Josje Hattink (1990, Amstelveen) bestudeert al ruim een jaar de geografische en culturele geschiedenis van de veengebieden rond Beetsterzwaag. Voor SYB stelde ze een gevarieerd publieksprogramma samen met screenings, kunstenaarsgesprekken, workshops en een excursie over veen, turf en het veenlandschap.
Het programma gaat vooraf aan een residency periode in Kunsthuis SYB van zes weken. Tijdens haar verblijf onderzoekt Josje Hattink in hoeverre de bewoners van Beetsterzwaag en omgeving zich nog verbonden voelen met het veen (of de ‘drach’ in het oud-Fries), het materiaal dat zo’n belangrijke rol heeft gespeeld in het leven van veel van hun voorouders. Wat betekenen de veengronden nog voor hen? Tegelijkertijd verkent Hattink de sculpturale kwaliteit van het veen en de lege ruimte die het achterlaat in het landschap, door in en rond het kunsthuis installaties te maken met veen en turf. Hattink laat zich hierbij inspireren door vormen die typisch zijn voor de veenwinning, zoals turfmuren en –torens, zetvelden en petgaten. In haar onderzoek werkt ze samen met Theun de Leeuw, de laatste commerciële veensteker van Nederland en Theo Spek, hoogleraar landschapsgeschiedenis aan de Universiteit van Groningen.
Josje Hattink studeerde beeldende kunst aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Ze nam deel aan verschilleden groepsexposities en residenties waaronder Atelier Austmarka (Austmarka, Noorwegen) en De Satellietgroep, artist in residence ‘De Zandmotor’ in Villa Ockenburgh in Loosduinen. Het werk van Josje Hattink is samen te vatten in een eenvoudige vraag: wanneer je een kuil graaft, ontstaat er dan automatisch een berg? Voor Hattink is het verkennen van materialiteit, volume en negatieve ruimte een manier om te begrijpen hoe de wereld om ons heen is opgebouwd en functioneert.
Programma:
Filmscreening & Excursie: Peatland en Veenmoeras
Door Josje Hattink in samenwerking met Jasper Coppes, Prof.dr.ir. Theo Spek (Rijksuniversiteit Groningen) en Theun de Leeuw.
Kunsthuis SYB, 23 juni vanaf 11:00 uur
In de ochtend tonen we de bekroonde 16mm film “Flow Country” (2017) van Jasper Coppes gevolgd door een vraaggesprek met de kunstenaar. In de film neemt Jasper Coppes de kijker mee in een bijzondere verkenning van de veenmoerassen (Peatlands) in Schotland. Na de lunch gaan we onder leiding van Theo Spek (hoogleraar landschapsgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen) en veendelver van het laatste uur Theun de Leeuw, zelf de modder in op zoek naar sporen van het verleden in het veenlandschap bij Beetsterzwaag (natuurgebied De Deelen).
Familie-workshop: “Turf ”
Openluchtmuseum ‘t Damûs in Nij Beets
27 augustus, 11:00 – 14:00, deelname gratis, vanaf 7 jaar
De geschiedenis van Nij Beets en Beetsterzwaag laat zich lezen als een Tale of Two Cities: de een arm, de ander rijk; de een nat, de ander droog; de een gebouwd op modder, de ander op zand. Wat beide dorpen in het verleden verbond was het veen: in Nij Beets woonden de veenarbeiders, vaak in erbarmelijke omstandigheden, terwijl in Beetsterzwaag de grondbezitters woonden in mooie statige herenhuizen. Tijdens deze serie van twee workshops worden de inwoners van beide dorpen herinnert aan hun gezamenlijk verleden. Dit brengt ze in gesprek over hoe deze tijd is overgeleverd en welke sporen ze heeft nagelaten in de twee dorpen die tegenwoordig in welstand niet meer van elkaar verschillen.
Op 27 augustus organiseren Josje Hattink en Jerke Mulder een workshop bij museum It Damshus over veen en turf. Josje Hattink is momenteel artist in residence bij Kunsthuis SYB en werkt daar aan een project over de culturele en geografische geschiedenis van de veengronden rondom Beetsterzwaag. Onderdeel van dit project is het bouwen van een ‘turfhuisje’, gebaseerd op de plaggenhutten van turf uit het verleden. Samen met kinderen en volwassenen uit Beetsterzwaag en Nij Beets willen Josje en Jerke dit turfhuis voltooien en een eigentijds karakter geven. In de workshop zullen we ornamenten van veen en turf maken, die later op het huisje bevestigd zullen worden. Het huisje zal vervolgens op 9 september, tijdens Open Monumentenweekend Opsterland, verbrand worden. Een ritueel om de geschiedenis van het veen en de energie die erin zit te vieren met de gemeenschappen van Beetsterzwaag en Nij Beets.
Eindpresentatie “Drach”:
– 8 september: expositie Drach, eindpresentatie project bij Kunsthuis SYB, vanaf 13:00
– 9 september: verbranding van het Turfhuisje bij de Zandput Nij Beets, tijdens Open Monumentenweekend Opsterland, 13:00 – 17:00, toegang gratis
Het project Drach wordt afgesloten met een feest voor alle bewoners van Nij Beets en Beetsterzwaag. Tijdens het feest zal het bouwsel waaraan de kinderen op 27 augustus hebben gewerkt worden aangestoken en volledig afbranden. Een heus spektakel dat herinnert aan de onschatbare waarde van een materiaal uit een voorbije tijd.
Met dank aan: