26 maart t/m 7 mei 2015

In de literatuur is meer plek voor pathos

Interview door Marian Cousijn

4 mei 2015, een zonnige lentedag. Nederland herdenkt de Tweede Wereldoorlog en Pieter Paul Pothoven presenteert in Kunsthuis SYB het prille begin van zijn ‘langdurig schrijfproject’ – een roman wil hij het niet noemen – waar hij de afgelopen weken aan heeft gewerkt. Achter het huis staat in de laatste zonnestralen een rookton, waarin Pothoven zelfgevangen vissen rookt. Even later worden ze op een lange tafel vol veldboeketten geserveerd aan een groep vrienden, familieleden en belangstellenden. Tussen de gangen door leest Pothoven delen van een eerste hoofdstuk voor. Om 8 uur zijn we twee minuten stil.


vers gevangen modderhonden


De hele avond heeft iets weg van eén lange performance. Tijdens het diner komen werkelijkheid en fictie op een bijzondere, soms surrealistische manier samen. Het verhaal waaraan Pothoven werkt gaat over de impact die de daden van een oud-verzetsstrijder hebben op de generaties na hem. De teksten die vanavond worden voorgelezen, zijn ontstaan in SYB en spelen zich in de omgeving af. In compacte zinnen, beeldende beschrijvingen en korte dialogen zet Pothoven een kraakheldere, bijna tastbare impressie van het ontluikende Friese voorjaar neer.

Eén van de personages doet onderzoek naar zijn eigen familiegeschiedenis vanuit een residentie in Beetsterzwaag. Hij gaat vissen met zijn broer, een palingstroper, en vangt een modderhond: de vergeten zoetwatervis die vanavond op onze borden ligt. Eén van de gasten aan tafel, Evere, is palingvisser op het Sneekermeer. Een paar weken geleden mocht Pothoven met hem mee: ze vingen toen de vis die nu gerookt en wel voor ons ligt. Uit Everes instemmende geknik en gegrinnik bij sommige passages valt af te leiden dat het tripje een directe inspiratiebron vormde voor de tekst die Pothoven nu voorleest. De woorden zijn nog verser dan de vis op onze borden. Het is een vreemde gewaarwording: zouden details van deze avond binnenkort ook hun weg weten te vinden naar het manuscript?

De parallellen tussen het verhaal en de werkelijkheid zijn onvermijdelijk. De geschiedenis van de familie Kool, waar het project om draait, is dan ook geïnspireerd op die van de auteur zelf.

Een week later spreek ik Pothoven in Amsterdam. Ik ben benieuwd hoe hij de werkperiode in SYB heeft ervaren en hoe hij als beeldend kunstenaar de stap naar schrijven maakte.


vis uit de rookton

Pothoven: Ik loop al jaren rond met het idee voor een project over Nederlands verzet en mijn grootvader. Aanvankelijk vanuit een conceptuele benadering. Ik wilde kritisch kijken naar de gender-patronen die sinds de jaren ‘50 in de representatie van het oorlogsverzet zijn geslopen: de vrouw was koerierster, de man een stoere bink met geweer. In werkelijkheid hadden vrouwen ook leidende functies, en pleegden ze zware aanslagen.

Waarom ben je van dat idee afgestapt?
Ik merkte dat ik het heel dicht bij mezelf wilde houden: ik wil een familieverhaal vertellen op een eenvoudige manier; niet abstract of theoretisch. Mijn familie komt deels uit de arbeidersklasse en ik vind het belangrijk dat het werk ook voor hen toegankelijk is.

In hoeverre is het verhaal op je eigen familie gebaseerd?
Mijn eigen familiegeschiedenis is het vertrekpunt, maar alles wat ik opschrijf is fictie. Ik vind het niet interessant om aan feitelijke geschiedschrijving te doen. Ik ben er meer in geïnteresseerd om op een toegankelijke manier te beschrijven welke rol het verleden in het heden kan spelen, op welke idiote manieren dat steeds weer bovenkomt. Het is zeker deels autobiografisch, daar ontkom ik niet aan. Maar het is bovenal fictie; niets is echt gebeurd. Behalve de dingen die wel echt zijn gebeurd… maar daar wil ik geen uitspraken over doen.

Vindt er een overstap plaats in je praktijk van beeldende kunst naar schrijven?
Nee, niet volledig in ieder geval. Schrijven wordt wel steeds belangrijker voor me. Op de Gerrit Rietveld Academie werd mij eens verteld dat er meer een schrijver dan een kunstenaar in mij huisde; toen vond ik dat echt onzin. Maar ik merk nu dat er in de literatuur veel meer plek is voor pathos: je kan bijvoorbeeld makkelijker een liefdesverhaal vertellen. Binnen de beeldende kunst worden dat soort dingen al snel te emotioneel of sentimenteel gevonden.


wilde groente

Hoe is de wisselwerking tussen je beeldende werk en het schrijven?
Het is een ander proces. In mijn kunstinstallaties probeer ik alles te overdenken, soms is het echt even tandenknarsen om dat conceptueel helemaal waterdicht te krijgen. Het spel met taal lijkt vrijer te zijn, maar veel weet ik er niet van – ik begin immers nog maar net. Maar ik vind het leuk om te doen. Ik merk dat ik steeds vaker even ga zitten en een alinea schrijf, zoals sommigen een tekeningetje maken. En als ik aan het schrijven ben, levert dat vaak ook weer beeldende ideeën op.

Hoe was het om in SYB te werken?
Heel fijn. Ik merkte dat ik eigenlijk niets nodig heb. Twee weken lang heb ik niemand gesproken. Ik stond om 7 uur op en ging tot 12 uur ’s middags schrijven. Daarna ging ik wandelen, maakte ik eten, en ’s avonds ging ik weer een paar uur schrijven. Als het zou kunnen, zouden mijn dagen er de rest van mijn leven zo uitzien.

De modderhond speelde een belangrijke rol tijdens de presentatie. Vanwaar je fascinatie voor deze vis?
Ik wilde graag dat een vis onderdeel van het verhaal zou worden. Tijdens mijn onderzoek stuitte ik op de zeelt; een mooie en enigszins geheimzinnige vis met rode ogen. In het Fries bleek hij mûdhûn te heten, modderhond. Hij ligt de meeste tijd stil in de modder. Dat paste goed bij een van de personages uit het boek, iemand die eigenlijk ook een beetje in het slijk ligt. Ik kan me heel goed in die vis inleven.
Het verhaal van de modderhond zie ik ook als een parabel: het begint als een stralende lentedag en het wordt steeds pijnlijker, totdat je op een gegeven moment helemaal vast zit.


zeelt met wilde groente

Ik vond het heel bijzonder dat je je werk in dit prille stadium wilde delen: de tekst was nog heel ongerept. Er zullen ongetwijfeld ontelbare correctie-, redactie- en herschrijfrondes volgen. Hoe was het om je boek in zo’n embryonaal stadium al te presenteren?
Het werd me afgeraden, maar het leek me een goede les om me open te stellen terwijl ik lang nog niet zeker wist of het wel goed was. Bij mijn beeldende werk is dat heel anders, dat gaat echt de deur niet uit voordat ik denk dat het precies goed is. Maar ik had nu bewust een informele setting georganiseerd. Het was een interessante oefening, ik kon aan de reacties zien wat wel en niet werkte.

De werkperiode bij SYB zit erop. Wat zijn je verdere plannen met het boek over De familie Kool?
De benadering per hoofdstuk werkt goed; ik ben al aan het fantaseren over de volgende delen. Misschien speelt zich wel een stuk af in Brazilië. Maar eerst moet dit eerste hoofdstuk af. In september zal ik de definitieve versie tijdens de SYB Triënnale Sfear fan Ynset presenteren. Dan zal ik weer vis vangen en in een ton roken, en elke dag van de tentoonstelling verhalen voorlezen.