9 mei t/m 19 juni 2012

SKETCH OF THE LANDSCAPE

Recensie door Yasmijn Jarram

“Wanneer ik een landschap beschrijf, maak jij je op je een landschap te verbeelden zoals een schilder zijn doek prepareert.” Deze gedachte, een van de vele die beeldend kunstenaar Ruth Verraes (BE, 1980) nauwgezet bijhield tijdens haar zesweekse verblijf in SYB, loopt als een rode draad door haar onderzoeksproject Sketch of the Landscape. Verraes, gevestigd in Amsterdam, werkt met taal, fotografie en video. Ze is voornamelijk geïnteresseerd in de relatie tussen beeld en taal: zouden wij talige mensen onze omgeving anders zien als we afgingen op onze zintuigen in plaats van op ‘afgesproken’ feiten en benamingen?

In Sketch of the Landscape onderzoekt ze dit thema met ‘het landschap’ als uitgangspunt. Dit woord roept onmiddellijk een bepaald beeld op, al zal per persoon verschillen hoe dat landschap eruitziet. Verraes vraagt zich af wat er gebeurt als je een bestaand landschap beschrijft aan iemand anders. De beschrijving van het landschap kan onmogelijk exact gelijk zijn aan het daadwerkelijke landschap. Hetzelfde geldt voor het landschap dat de toehoorder zich verbeeldt. In feite ontstaan er dus drie landschappen: het echte, het beschreven en het verbeelde landschap. Ze verwijzen naar elkaar, maar komen in uiterlijk of vorm nooit overeen.

Net als deze thematiek is ook Verraes’ uitwerking ervan even complex als eenvoudig. In de eerste weken van haar verblijf maakt ze verschillende werken die op associatieve wijze een facet van het landschap rondom Beetsterzwaag verbeelden, zoals water, akker, gras en wind. Hiervoor gebruikt ze zowel beeld als taal. Het geheel van landschapsfragmenten is als installatie te zien in SYB. Voor de presentatie van het onderzoek nodigde Verraes bovendien collega-kunstenaars Mathilde van Beekhuizen, Lotje van Lieshout, Richtje Reinsma en Arthur Stokvis uit enkele werken te beschrijven voor het aanwezige publiek, op basis van foto’s die zij vooraf al per mail hadden ontvangen.

Beurtelings dragen de vier gasten fragmenten uit hun beschrijvingen voor. Frappant genoeg selecteerden de vrouwelijke kunstenaars (onder andere) hetzelfde werk, met de tekstregel “Het bleek dat hij zich door zijn tocht in de bergen verveelde.” Het is opmerkelijk hoe snel beschrijving zich vermengt met interpretatie. Lotje van Lieshout is geen liefhebber van berglandschappen en kan zich ‘zijn’ verveling goed voorstellen. Mathilde van Beekhuizen herkent zich vooral in de teleurstelling van een saai landschap, dat vooraf in de verbeelding zo spannend leek. Volgens Richtje Reinsma heeft hun gemeenschappelijke keuze te maken met de openheid van het werk, waardoor de eigen verbeelding vrij spel krijgt. Een afgerond werk dwingt bovendien eerder een kwaliteitsoordeel af dan een beschrijving, meent Arthur Stokvis.

Ook uit reacties van de toehoorders in SYB blijkt hoezeer het imaginair duiden van taal persoonlijk bepaald is. Iemand merkt op dat een van de voordrachten overduidelijk de directe omgeving van SYB beschrijft. Ruth Verraes draait dit meteen om: is het niet de toehoorder die zijn eigen bekende omgeving op de beschrijving projecteert? En zijn we in de verbeelding van sommige beschrijvingen misschien al onbewust beïnvloed door het vooraf zien van de tentoongestelde werken? Zodra iets in taal wordt gevat, neemt het vaak direct een bepaalde vorm aan. Er bestaat een woord voor, dus ook een bijbehorend beeld in ons hoofd.

Na afloop is Verraes terecht tevreden over de uitvoering van haar vrij theoretische experiment. De performance-achtige vorm van het voorlezen werkt goed: het aanwezige publiek luistert aandachtig en maakt zich geconcentreerd voorstellingen van wat wordt omschreven. De persoonlijke gedachten die Verraes tussendoor opsomt bieden daarnaast een boeiend kijkje in het werkproces dat ze doormaakte in SYB, waardoor het uiteindelijke werk niet enkel gaat over de omgang met het landschap en de werking van taal, maar ook over de kunstenaarspraktijk. Het gezamenlijke nagesprek vol vragen en overpeinzingen uit het publiek draagt hieraan bij. Dit alles voorziet het project van een zekere metalaag.

De omgeving van SYB is door Ruth Verraes ontdaan van haar materialiteit want teruggebracht tot vormen, kleuren en begrippen. De verbeelding is daarentegen tot iets materieels gemaakt, omdat die de werken hun bestaansrecht geeft. Waar werkelijkheid, beschrijving en verbeelding naast elkaar zijn geplaatst, bevindt het landschap zich tussen alle werken in, en in alle werken samen. In gesprek met het publiek denkt Ruth Verraes tenslotte hardop na over de toekomst van dit project. Wellicht kan het op den duur volledig worden vervangen door de voorgelezen beschrijvingen, zodat het landschap enkel nog bestaat uit gesproken taal. Hoe dan ook geldt vanaf nu:“Het landschap dat ik zag, bestaat niet meer.”

SKETCH OF THE LANDSCAPE
Ruth Verraes
Projectperiode 9 mei t/m 19 juni 2012

Deze recensie werd geschreven in het kader van het recensentenprogramma van SYB. De recensie mag rechtenvrij worden gepubliceerd mits daartoe vooraf toestemming is verleend door SYB.

Dit project wordt mede gefinancierd door het Mondriaan Fonds en Fonds BKVB.

Meer informatie:
Ruth Verraes
www.ruthverraes.com
E-MAIL

Met interventies van beeldend kunstenaars Mathilde van Beekhuizen, Lotje van Lieshout, Richtje Reinsma en Arthur Stokvis.
With interventions of artists Mathilde van Beekhuizen, Lotje van Lieshout, Richtje Reinsma and Arthur Stokvis.