19 augustus t/m 27 september 2009
BINNEN IS HET VEILIG
Recensie door Aafke Weller
Buiten schijnt de zon. De kat strijkt tegen de gevel en de bus rijdt op tijd. Met tegenzin maken de wachtende reizigers zich los van de vensterbank waarop ze zaten te soezen. Het is zaterdagmiddag en in Beetsterzwaag is alles in orde. Binnen in Kunsthuis SYB ligt de hond op haar kleedje in de open haard met naast haar een blond meisje van een jaar of twee, spelend met een poppenhuis. Haar wangen zijn felrood van concentratie en lichte vermoeidheid. “Dit is gewoon het gezellige hoekje, hoor” verzekert Basje Boer mij, wanneer ze me met een kritisch oog ziet kijken naar dit tableau vivant. Jammer, denk ik en ik loop door naar achteren waar Basje Boer en Ruth van Beek het resultaat van vijf weken intensieve samenwerking presenteren onder de titel ‘het huis met de arend’.
Het voorstel was bondig, maar niet eenvoudig: de conventionele verhouding tussen tekst en beeld – waarbij beeld dient als illustratie voor tekst of tekst als bijschrift voor beeld – moest zoveel mogelijk worden vermeden. In ‘het huis met de arend’ krijgen beeld en tekst een evenredige rol toebedeeld. Om dit te bewerkstelligen kozen Basje Boer en Ruth van Beek voor een puur intuïtieve en associatieve benadering: Ruth van Beek legt een foto van een huisje op tafel en Basje Boer legt er vervolgens een foto van een soortgelijk huisje naast; voor dit huis ligt een bouwput. De beesten uit het bos, ze komen uit de holen en de bomen schrijft Basje Boer, waarop Ruth van Beek de beesten vormgeeft in een serie fotocollages. Zo eenvoudig was hun spel. Allengs ontstond er een verzameling beelden en tekstfragmenten waarin zich steeds duidelijker een verhaal begon af te tekenen. Dit verhaal werd ‘het huis met de arend’. Het bestaat uit een ruimtelijke installatie en een cassette met een poster, een begeleidend schrijven, een fotoboek en een tekstboek:
“Vanuit het raam kijk ik naar de bomen in de verte. Lange slappe takken buigen over het gat, in donker contrast met het lichte huis. Vanuit het raam zie ik het geel van de buitenmuren niet. Wel hoor ik ’s nachts de wind ertegen tikken. De beesten uit het bos; ze komen uit de holen en de bomen. Van links waar de maïsplanten naar de egale grijze lucht wijzen, met de vruchten onder de oksels van hun bladeren verstopt. De wind graaft er zijn gangen in, kruipt via het veld naar het erf rond mijn raam”
Het boekje is onderverdeeld in vijf korte hoofdstukjes (het raam, de mensen, morgen, vanuit het raam naar binnen toe en binnen) waarin de ervaringen van een fictief karakter worden omschreven in de eerste persoon. De mensen is een kort intermezzo waarin het perspectief even wisselt naar de gravers van een duister gat dat langzaam opdoemt voor het raam van waaruit de hoofdpersoon de wereld aanschouwt. Sterk aan de tekst is de consequent doorgevoerde nadruk op één enkel zintuig: het zicht. Dit zicht is scherp (als een arend), maar beperkt: het eigen lichaam met al haar fysieke beperkingen lijkt het enige referentiekader: “Ik keek weer omhoog naar de bomen, ze waren hoger nu, of ik was lager.” of “Als het groen van de bladeren het plafond is van mijn uitzicht, dan is de vensterbank de vloer.” Hierdoor ontstaat een akelig beklemmend solipsisme, een breekbare droomwereld. Het graven van het gat (waarmee de mensen kwamen) vormt een bedreiging voor de zorgvuldig geconstrueerde wereld van de persoon achter het raam.
Zowel in de tekst als in de beelden is een sterke hang naar geborgenheid voelbaar. Een geborgenheid in een eigen wereld die overzichtelijk is en beheersbaar, maar ook constant bedreigt wordt door de realiteit: “Achter de platte meubels is vloer, achter het eendimensionale raam is leven.” Op de ramen van Kunsthuis SYB zijn foto’s geplakt van bloemstukken. Ze zijn geknipt uit oude boeken over kamerplanten. Waar het zwart-wit beelden betreft zijn ze zorgvuldig ingekleurd met viltstift. Alsof we, op de grens tussen de maakbare wereld van binnen en de oncontroleerbare wereld van buiten, in een laatste kunstgreep nog krampachtig ons eigen uitzicht componeren in onze vensterbank.
Anders dan in de taal ligt in de fotografie deze geborgenheid reeds besloten: foto’s zijn niet zo zeer interpretaties of statements over de wereld , het zijn eerder stukjes van de wereld, kleine miniaturen van de werkelijkheid die iedereen lijkt te kunnen maken of zich toe kan eigenen. Van Beek kiest haar beelden bewust uit informatieve boeken uit de jaren veertig, vijftig tot vroege jaren tachtig. Het zijn foto’s die in de eerste plaats een functie hadden als dragers van informatie in een wereld die overzichtelijk lijkt, een wereld waarin het gedrukte beeld niet werd geregisseerd om te verleiden en te manipuleren. Het zijn beelden die gemaakt zijn ter ondersteuning van een verhaal. Van Beek geeft de beelden een eigen verhaal. Ze gebruikt ze als woorden; door ze naar believen te combineren en te veranderen bouwt ze kleine semantische eenheden.
Waar de fotografie zich moeiteloos voegt naar de regels van de taal, zo moeizaam vergaat het de tekst die probeert te concurreren met de makkelijke verleiding van het beeld. De tekst van ‘het huis met de arend’ verzandt regelmatig in bombastische formuleringen en geforceerde beelden. Zinsconstructies als “via de kozijnen die als rechte lijnen afsteken tegen het rond van de bomen erachter” lezen als een vormelijke visuele analyse die weinig zinnenprikkelend is. De tekst zwemt in gefragmenteerde sfeerbeelden en aanzetten tot mogelijke filosofische weerspiegelingen.
Ik zet mezelf buiten in de laatste zonnewarmte, de bus is net geweest dus de vensterbank van Kunsthuis SYB is vrij. De hond brengt me haar stok, we grommen wat naar elkaar, maar we weten van elkaar dat we het niet menen. Ondertussen vloeit het bier en vraagt Basje uit het raam van boven wie er mee eet. De buurvrouw zwaait vriendelijk, Beetsterzwaag is uitgesproken opgeruimd vandaag.
HET HUIS MET DE AREND
Ruth van Beek & Basje Boer
Projectperiode 19 augustus t/m 27 september 2009
Deze recensie werd geschreven in het kader van het recensentenprogramma van SYB. De recensie mag rechtenvrij worden gepubliceerd mits daartoe vooraf toestemming is verleend door SYB.
Dit project wordt mede gefinancierd door de Mondriaanstichting en het Fonds BKVB.