24 oktober t/m 25 november 2007
RUWE GRONDSTOFFEN
Recensie door Jantine Kremer
Wat moet dat heerlijk zijn; meer dan een maand alle dagelijkse dingen achter je laten, om je op enkel één ding te concentreren. Praktisch vrijwel onmogelijk natuurlijk, maar met een logeerpartij in hartje Friesland bij Kunsthuis Syb, voorzien van een vloerverwarmde werkplaats beneden en een slaapplek en een keuken boven, lijkt de wereld opeens heel overzichtelijk. Maartje Korstanje, winnaar Basic Prize Prix de Rome 2007, nodigde collega-kunstenaars Bianca Runge en Katharina Galland uit om samen met haar gebruik te maken van deze periode. Korstanjes beelden van uiteenlopende, experimenteel toegepaste materialen zien zich daarom op de laatste dag voor de feestelijke afsluiting van De Raffinaderij omringt door Runges kleurrijke, gelaagde viscollages en Gallands ruimtelijke tekeningen.
Dat het allemaal toch niet zo eenvoudig is, laat vooral het werk van Katharina Galland zien. Ze lijkt daarmee de strijd aan te zijn gegaan met de zeer aanwezige en weerbarstige ruimte van Kunsthuis Syb. Haar lijntekening van een straaljager beslaat de hele linkermuur van de smalle gang tussen de voordeur en het lichte achterhuis. In de eerste instantie lijkt het bijna alsof het geborduurd is op de grove, met gaten bezaaide muur. Als je beter kijkt, zie je dat het zwart ijzerdraad is in verschillende diktes gecombineerd. Het formaat en de dynamiek van de tekening veroorzaakt naast fascinatie tegelijkertijd een bepaalde irritatie, vanwege de beperkingen van de ruimte die je beletten voldoende afstand te nemen. Betekenisvol gezien Gallands persoonlijke frustratie met deze ruimte is haar eveneens enorme tapetekening van een hijskraan op de glazen achterpui. Hoewel de sloopkogel ontbreekt, lijkt de hijskraan door Galland als een stille waarschuwing te zijn geplaatst. Links onderin het grote raam zit al een grote barst, wat de dreiging van de hijskraan, hoewel van tape, iets meer dan illusie maakt. Maar ook met de kleine, uit karton geknipte satellieten weet Galland het eigenzinnige huis heel sterk in te lijven. Ze vallen in de eerste instantie nauwelijks op, maar als je ze eenmaal ziet, veranderen ze de onafgewerkte ondergrond van half afgebrokkelde lagen stucwerk in een kijkje op de aarde vanuit een eindeloos universum.
Net als Galland heeft ook Maartje Korstanje met haar werk steeds meer bezit genomen van de verschillende ruimtes. Het hart van het huis wordt in beslag genomen door een grote, monochrome sculptuur van karton. Dit takachtige dier, of dierlijke tak, maakt een weerloze indruk; opgetakeld in de schijnbaar iets te kleine ruimte zijn de tentakels noodgedwongen onhandig gevouwen. De organische kwaliteit van Korstanjes werk, maakt de suggestie van levendigheid groot, waardoor haar sculpturen zich elk moment lijken te kunnen roeren. Het naargeestige takachtige dier, meer dood dan levend, vormt een contrast met de kleinere werken in het achterhuis. Hierin spelen niet karton, maar kleurrijk PVC-doek en aaibare (kunst)stoffen een opvallende rol. Vooral het manshoge werk, met een onderstel van hout, bedekt in PU-schuim, gecombineerd met een uitgewaaierde kraag om een volume van diepblauw kunststof, is opvallend lichtvoetig en sprookjesachtig. Het open, netachtige element dat links van de blauwe kop ontspruit, draagt een aantal glanzende, gekleurde tolvormige ballen. De combinatie van glans, vorm en het verloop in de kleur (de bolste delen zijn wat lichter) maakt dat de vormen een keramische, glasachtige kwaliteit hebben. Het is fascinerend hoe Korstanje (tweedehands) materialen zo weet te transformeren dat het oorspronkelijke voorwerp nagenoeg onherkenbaar is verwerkt, maar het bovendien, en dat is belangrijker, tot leven weet te wekken.
De overwegend tweedimensionale werken van Bianca Runge nemen in het geheel een bescheiden plek in. Terwijl het meer ruimtelijke en bovendien grotere werk van Galland en Korstanje Kunsthuis Syb vult, bevindt de concentratie van Runges werk zich op de plek waar ze vier weken geleden ook begon; in de rechterhoek bij de grote, glazen achterpui. Als materiaal voor de gelaagde collages gebruikte Runge dit keer haar, een tijd geleden aangeschafte, dierenencyclopedieën. De serie voorstudies op A4-formaat laat zien dat haar focus op pin-ups verschoven is naar de onderwaterwereld. Ze snijdt het lijf van de vissen weg om de ontstane opening als venster te laten fungeren op een andere wereld. Deze fragmentarische wereld heeft eigen kleuren, vormen en structuren die op bepaalde plekken weer samenvloeien met de weelderige vinnen en de donkere zee waaruit de vis is gelicht. De uitvergrotingen in irisprint die het uiteindelijke werk vormen, versterken, mede door de nog steeds zichtbare snijranden en het feit dat ook het raster van de kleuren een rol gaat spelen, de verwarring die de verschillende lagen genereren. Door het ontbreken van de overzichtelijkheid die de schetsen door hun beperkte formaat bieden, weet Runge in de irisprints nog beter de kijker met haar geraffineerde spel van herkenbare vormen en patronen de gelaagde beelden binnen te lokken.
De naam De Raffinaderij is goed gekozen. Er zijn ruwe grondstoffen binnengebracht die zijn getransformeerd tot iets waardevols. Natuurlijk zal dit op veel kunstenaarspraktijken van toepassing zijn, maar het experimenteren met waardeloos en alledaags materiaal behoort bij alle drie tot een belangrijk aspect van hun kunstenaarschap. In hoeverre ze zich verder onderling hebben laten inspireren tijdens deze periode, is nu nog moeilijk te zeggen. Runge en Korstanje vonden elkaar al in de dierlijke, organische elementen, maar vooral ook in de manier waarop ze beide beeld of materiaal met een heel eigen leven en functie, transformeren naar een volkomen nieuwe werkelijkheid die de oorspronkelijke materialen doen oplossen in het geheel. Ze lossen echter net niet helemaal op, waardoor de toeschouwer juist op die kleine stukjes wordt geprikkeld mee te gaan in een onbekende wereld. Katharina Galland lijkt met haar fascinatie voor de schoonheid van techniek een vreemde eend in de bijt, maar grappig is dat zowel Korstanje als Galland een spinachtige sculptuur hebben gerealiseerd, waarvan beider chronologische ontstaansprocessen zich niet meer helemaal lieten achterhalen. Daarnaast zijn in de driedimensionaliteit van Gallands tekeningen en het laten meespelen van de achtergrond overeenkomsten met de gelaagde werken van Runge te vinden.
Deze onderhuidse verwantschap en kleine getuigen van onderlinge openheid, zijn er misschien de oorzaak van dat ondanks de verschillen tussen de drie kunstenaars, die oppervlakkig gezien heel nadrukkelijk een rol spelen, de combinaties van werken natuurlijk aanvoelt. Ook is het opvallend dat hoewel de hoeveelheid ruimte die per kunstenaar wordt ingenomen verschilt, er toch een respectvol evenwicht is bereikt. Ze hebben elkaar, compleet met de de aanwezige conrasten in werkwijzen en onderwerpen, de ruimte gegeven, waardoor de tentoonstelling heel mooi de identiteit van de individuele kunstenaars blootlegt.
De raffineerders zijn inmiddels vertrokken uit Kunsthuis Syb. De Raffinaderij gesloten achter zich latend, verspreid het gewonnen goud zich over Nederland en ongetwijfeld ook daarbuiten. Nu maar hopen dat iemand Katharina Galland snel een enorme muur aanbiedt, zodat de kluwen ijzerdraad die schijnbaar ongetransformeerd Kunsthuis Syb weer heeft moeten verlaten, opnieuw een dynamische straaljager kan worden.
DE RAFFINADERIJ
Katharina Galland, Maartje Korstanje, Bianca Runge
Projectperiode 24 oktober t/m 25 november 2007
Deze recensie werd geschreven in het kader van het recensentenprogramma van SYB. De recensie mag rechtenvrij worden gepubliceerd mits daartoe vooraf toestemming is verleend door SYB.
Dit project wordt mede gefinancierd door de Mondriaanstichting en de Provincie Fryslân.
Meer informatie:
www.maartjekorstanje.nl
www.katharinagalland.nl
www.biancarunge.nl