23 augustus t/m 1 oktober 2006
GECONTROLEERDE TOEVALLIGHEDEN OF DE VIRTUELE TOEVALLIGHEDEN VAN DE COMPUTER
Recensie door Klaas Koetje
Toen ik op de middelbare school als eerste generatie computeronderwijs kreeg, moest ik ponskaarten van gaatjes voorzien en daarmee bepalen wat ik de computer wilde laten uitrekenen. Als dat klaar was, ging een grote zak met ponskaarten van mij en mijn klasgenoten naar het rekencentrum van de Universiteit in Groningen en na twee weken wachten kregen we de uitdraai en konden we eindelijk controleren welke fouten wij hadden gemaakt. Dit was nog in de periode dat Bill Gates en Steve Jobs ook geen idee hadden wat ze met computers moesten en dankzij een poging om de roulettetafels van Las Vegas te kraken uiteindelijk met het concept van de PC op de proppen kwamen. Zogezegd de Genesis van het computertijdperk.
Inmiddels is er natuurlijk in ijltempo een ontwikkeling doorgemaakt die zich laat kenmerken door een paar belangrijke elementen: steeds snellere processors, de ontwikkeling van internet en vooral falende software. Ik heb wel eens de vergelijking gemaakt met fietsverkopers. De computers en de software die ons door de jaren heen worden aangesmeerd vertonen verdacht veel overeenkomsten met fietsen die gekocht worden waarvan de banden lek zijn, de ketting ontbreekt, de verlichting niet werkt en het frame al roest. Iedere fietsverkoper zou failliet gaan als hij zo’n product op de markt zou brengen maar in de virtuele donkere middeleeuwen van het computertijdperk komen de producenten ermee weg.
Dat wil natuurlijk niet zeggen dat een computer een waardeloos ding is. Voor bepaalde taken is het een uiterst handig hulpmiddel maar ook niet meer dan dat. Dit verschil in perceptie wordt weerspiegeld in de dubbelexpositie Control Me Life en Coïncidence dat in het kader van Media Art Festival Friesland plaatsvindt in Kunsthuis Syb.
Aart Muis gebruikt de computer en aanverwante technologie als hulpmiddelen om een realtime computerspel neer te zetten terwijl Berthe Salegos zich in woord en beeld ondergeschikt heeft gemaakt aan de computer en eigenlijk in blinde adoratie voor de techniek verdwaald lijkt te zijn. Als je haar tekst leest en overal het woord computer vervangt door het woord schilderij dan klinkt het even plausibel. Meer aandacht voor theorievorming omtrent computers en software zou het ontzag kunnen terugbrengen tot het besef dat de computer vooral een tool is (om het maar eens modern te zeggen).
Daar komt bij dat de installatie/projecties die Salegos in Syb heeft gerealiseerd nauwelijks interactief zijn. Tenminste als je er van uitgaat dat het begrip interactief betekent dat je als bezoeker daadwerkelijk kunt ingrijpen in de gebeurtenissen. Door het beeld van een camera lopen en jezelf na een snelle bewerking in de computer geprojecteerd zien op een wand acht ik een heel magere uitwerking van het begrip interactief. Dat is zo’n beetje de interactie die elk schilderij ook oproept. En daarmee raak ik de kern van de problematiek: het werk van Salegos doet vooral z’n best om een schilderij te zijn maar op een manier die weinig tot de verbeelding spreekt. De combinatie van computergraphics en ter plekke geregistreerde en bewerkte beelden dragen geen bijzondere esthetische ervaring in zich en zadelt de bezoeker ook niet op met onverwachte inzichten of een nieuwe ervaring van de ruimte van het Kunsthuis. Het vooraf opgenomen geluid lijkt slechts te dienen tot het creëren van een sfeer en niet noodzakelijk behorend bij het werk. Daar komt nog eens bij dat het gebruik van het vj-softwareprogramma Resolume alles overheerst. Van Coïncidence kan je dan nauwelijks meer spreken. De (on)mogelijkheden van Resolume bepalen de uitkomst en Salegos heeft daar te weinig van zichzelf in gestopt.
Dat kun je van Aart Muis niet zeggen. Die heeft zichzelf bij wijze van spreken in de software gestopt. Met behulp van een joystick, of via internet kan de bezoeker de kunstenaar opdrachten geven als ware Muis een onderdeel van een computergame. Je kunt hem door de galerie laten lopen, naar buiten laten gaan, de bus laten nemen en hem desnoods op het vliegtuig naar Timboektoe laten stappen.
Ik moet zeggen dat ik niets met computergames heb, maar het meest interessante aan deze performance, zo zou ik het toch willen noemen, is dat het object van deze game nog een eigen wil heeft. Immers, Muis is een levend mens die, al wordt hij gestuurd door anderen en zie je hem daadwerkelijk opdrachten uitvoeren, altijd nog de keus heeft om een opdracht te weigeren.
Aan de andere kant van deze game staat de (internet)bezoeker die Muis opdrachten geeft en daarmee is Control Me Life heel nadrukkelijk wel interactief. Het duurt even voordat je in de gaten hebt dat je Muis bestuurt met de joystick (opgesteld in het Kunsthuis). Van horen zeggen weet ik dat sommige bezoekers de neiging hadden om hem steeds moeilijker (en dus gevaarlijker?) opdrachten te geven en ze schrokken van de behoefte om dat te doen. Dat doet weer denken aan meerdere psychologische tests waarbij mensen in staat blijken tot de meest gruwelijke zaken om aan hun eigen gerief te komen.
Dit is ook wat Muis aan de orde wil stellen. De gewelddadigheid in computergames en hoe gemakzuchtig mensen daarmee omgaan. Hij heeft daar een vorm voor gevonden die technisch knap in elkaar zit en ondanks de beperkingen van de technologie redelijk goed werkt (er zit zo’n tien seconden vertraging in het doorkomen van opdrachten en signalen waardoor je als gamende bezoeker Muis ongewild af en toe in gevaarlijke situaties brengt; zo liet ik hem de Hoofdstraat van Beetsterzwaag oversteken terwijl dat niet mijn bedoeling was). Het gebruik van internet in deze performance is leuk, maar levert wat mij betreft nauwelijks gedachten op aan het onderscheid tussen de virtuele en/of de fysieke omgeving. Je speelt toch vooral met een levende figuur in een reële omgeving die min of meer bekend is. Wellicht dat een levende figuur in een gewelddadige game-omgeving meer scherpte aan het project had gegeven en je als gamer meer dwingt na te denken.
Dat het een en ander ook te volgen is op internet zie ik meer als aardige bijkomstigheid en als een vorm van live-televisie dan dat het associaties oproept met een werkelijkheid die zich ongecontroleerd buiten onze waarneming afspeelt en dat in die ‘virtuele werkelijkheid van het internet’ het private ineens publiek wordt en dat anderen zonder dat je het weet daar weer mee aan de haal kunnen gaan.
Met name het woord virtueel zorgt natuurlijk voor problemen zoals er veel termen zijn in het computertijdperk die wel erg gemakkelijk worden gebruikt en inmiddels tot gangbare taal worden gerekend, maar die voorbij gaan aan de oorspronkelijke betekenis. Dat laatste is iets wat mij stoort. Dat kan ik niet zeggen zonder daarbij te vermelden dat ik in mijn eigen (video)werk steeds meer gespitst raak op het onderscheid tussen virtueel en werkelijk. Ik denk dat het nogal lichtzinnig is om de begrippen virtueel en fysiek als tegengestelden aan te merken zoals in het persbericht is gebeurd. Virtuele realiteit suggereert bovendien nieuwe dimensies in het denken en ervaren. Wie het begrip echter analyseert kan niet anders dan tot de conclusie komen dat bijvoorbeeld religie evenzeer een virtuele realiteit beschrijft. Daarmee lijkt virtuele realiteit in z’n huidige betekenis tot een nieuwe religie te zijn geworden waar te weinig kritische kanttekeningen bij worden gemaakt. Laten we wel wezen: of je nu gelooft of niet, god is virtueel, de bijbel een primitieve vorm van internet en het geloof daarin het afstand doen van de wil om het eigen denken te vormen en te sturen.
Al met al roept deze dubbelexpositie wederom de vraag op of kunst met computers zich al tot een volwaardige schepping heeft ontwikkeld. Het lijkt erop, zeker in het geval van Salegos, dat begrippen en gereedschappen als voldongen feiten worden gezien. Het onderzoek naar de betekenis van zowel de begrippen als de gereedschappen lijkt nog lang niet voltooid. Waar het werk van Muis vooral spel is en het werk van Salegos vooral machine/software ontbreekt bij beiden iets wat je her en der wel degelijk in de mediakunst kunt waarnemen: voorbij gaan aan de realiteit en met je begrippen en gereedschappen een virtuele realiteit creëren die uitstijgt boven het aan elkaar koppelen van allerlei technologische middelen. Meerwaarde dus, een onontbeerlijke eigenschap van kunst.
CONTROL ME LIFE / COÏNCIDENCE
Aart Muis, BERTHE. Salegos
Projectperiode 23 augustus t/m 1 oktober 2006
Deze recensie werd geschreven in het kader van het recensentenprogramma van SYB. De recensie mag rechtenvrij worden gepubliceerd mits daartoe vooraf toestemming is verleend door SYB.
Dit project wordt mede gefinancierd door de Mondriaanstichting en de Provincie Fryslân.