23 juni t/m 8 augustus 2010

BEELDENSTORM

Recensie door Irma Driessen

Het museum als grafkelder, zelden zag ik die gedachte treffender verbeeld dan door Timmy van Zoelen en Sybren Renema in hun tentoonstelling Het Nieuw Fries Museum presenteert: Mata Hari’s Hoofd. De twee besteedden het grootste deel van hun budget aan een sneeuwwitte, ijskoude neonsculptuur met de tekst ‘mausoleum’. Denk niet Bruce Nauman – woorden die schijnbaar in de lucht zweven – denk niet Jenny Holzer – die werkwoorden nodig heeft – denk aan een sjieke shoarmatent of noodle-to-go: een stevig reclamebord (strakke aluminium bak) die als hij buiten aan de gevel van SYB gehangen had de bewoners van Beetsterzwaag in één woord via aan en uit flikkerende letters het thema van de tentoonstelling duidelijk had kunnen maken: M(A)US(OL)EUM. Als je het ziet is het simpel, als je het maakt en ophangt een provocatie. Even was ik bang dat er weinig te denken valt, alleen instemmend te knikken, want musea zijn natuurlijk mausolea – vooral streekmusea, het type museum waarop Van Zoelen en Renema het hebben gemunt. Grafkelders vol vreemde curiosa, toevallige objecten en streekgebonden memorabilia.

Voor Mata Hari’s Hoofd stormden Van Zoelen en Renema als twee jonge honden door de porseleinkast van de Friese geschiedenis. Vol enthousiasme wierpen ze zich op wat ze aantroffen: anekdotes en jaartallen, gravures en vertellingen, stroopwafeltrommels en ufo-waarnemingen. Alles was even interessant en even belangrijk, alles potentieel object voor pseudowetenschappelijk, artistiekvorsend en duimzuigend onderzoek. God zij dank dat hun budget niet ruimer, hun tijd niet onuitputtend en het openbaar vervoer in Friesland niet beter geregeld was: dan was heel museumminnend Friesland in totale verwarring achter gebleven.

Donatieproject – één van de vijf tentoongestelde werken in SYB – bestaat uit Van Zoelens en Renema’s pogingen om zelfgeproduceerde kunstwerken opgenomen te krijgen in de collectie van die Friese streekmusea. Bedoeling was om vervolgens diezelfde werken in bruikleen terug te krijgen voor de eigen tentoonstelling bij SYB. Zo benaderden ze het Mineralogisch Museum te Grou, het Elvis Presley Museum te Molkwerum en Museum Opsterlân. Hoewel de objecten die ze aanboden met liefde en aandacht zijn gemaakt, snap je goed dat het Elvis Presley Museum beleefd ‘nee’ zei tegen ‘Ode aan Elvis’, een driepotig gitaarstandaardje, inclusief gebroken minigitaartje, beplakt met glitters en blauw beschilderde naden van Elvis’ witte showkostuum in zijn nadagen. Het knoestige, bobbelige, houtstronkige object – ‘his roots, his balls, his glitter’ – schertst. Dat het Mineralogisch Museum wel ‘ja’ zei tegen Van Zoelen en Renema lijkt me dan ook eerder een humoristisch misverstand dan dat Grou werkelijk iets van ze in de collectie wilde hebben. ‘Ode aan de Amethyst’ is een…ding…dat enigszins geholpen door de titel vagelijk aan amethist doet denken. Op de muur in SYB prijkt een foto van het object in het museum naast een bewijs van overdracht waarin Van Zoelen en Renema afstand doen van het werk. Die overeenkomst kent een dubbele bodem. Zij bevat in de achtergrond namelijk een watermerk dat een gruwelijke episode uit de Friese geschiedenis verbeeldt. Je zal daar maar je handtekening op zetten.

Dit watermerk, die geschiedenis, koppelt het donatieproject aan het hoofdwerk van de tentoonstelling: Lux Aeterna Encryptata, een video-installatie die – nomen est omen – licht werpt op deze gebeurtenis, zij het niet direct, maar associatief en fragmentarisch en videoclipachtig, met – ik schreef het al – hulp van licht, in allerlei vormen: zonlicht, licht door glas in lood, schijnsel van spotjes, schittering van kroonluchters, en veel lensflare. Alsof Van Zoelen en Renema de kijker willen verblinden.

Lux Aeterna Encryptata bestaat uit twee projecties. Eentje in de kelder van SYB en eentje achterin. De eerste video toont over en door elkaar schuivende beelden van Friese architectuur en gebruiksvoorwerpen: de vloer van de Grote Kerk in Leeuwarden, de trap bij de graftombe (waar je niet in mag), de porseleincollectie van Marie Louise van Hessen-Kassel (voorouder van de Oranjes) en een olieverfportret van haar dat in een barokke stijlkamer in de Princessehof (tegenwoordig keramiekmuseum) boven een gedekte tafel hangt. Van Zoelens videocamera tast in close-up deze beelden af. Toen ik ernaar keek, in mijn eentje in de vochtige kelder (inderdaad, een tombe), duwde Renema de deur achter me dicht. Uit een koptelefoon klonk barokke muziek [hedendaagse klavecimbelmuziek van Klaas de Vries – red]. Eerlijk gezegd had ik van wát ik zag, geen idee. Ik werd ondergedompeld in licht, schittering, psychedelische droombeelden, fragmentarische scherven.

De tweede video maakt iets van de eerste duidelijk: in voorbijscrollende, éénregelige tekstflarden, 20 cm boven de vloer, werd verwezen naar wat je zojuist in de kelder zag, of liever gezegd, naar de gebeurtenis op het watermerk. Er bleek sprake van patriottistische volkswoede, gericht tegen de Oranjes, in 1795. Een menigte brak de grafkelder open en zette de lijken te kijk. Gooide de ‘schenkelen’ van de oude vorstin Marie Louise op een hoop en vertrapte deze. Rukte haar hoofd van de romp. Zulke ‘beestachtigheden’ hebben Van Zoelen en Renema natuurlijk ook gepleegd op hun rooftocht langs de Friese musea. In plaats van fysieke agressie lieten zij hun verbeelding los op de schatten die zij aantroffen. Zij sloegen de porseleinkast van Marie Louise visueel aan diggelen. En ook zíj hebben een hoofd gejat, het hoofd van Mata Hari uit het Fries museum, en op hun tentoonstelling opgehangen in kil neonlichtschijnsel. Hun eeuwig licht schijnt nu.

Ik weet niet of ik door Van Zoelen en Renema ben beetgenomen of dat ze het menen met hun institutionele kritiek. Als Het Nieuw Fries Museum presenteert een grap is, dan toch een doordachte, waarin alles met alles samenhangt. Van Zoelen en Renema zijn kunstenaar genoeg om enkele ademgaten te slaan, om precies voldoende verwarring te stichten. Over een paar jaar zou die Ode aan de Amethyst zomaar een jeugdig werk van twee succesvolle kunstenaars kunnen blijken.

HET NIEUW FRIES MUSEUM PRESENTEERT:
MATA HARI’S HOOFD
Sybren Renema & Timmy van Zoelen
Projectperiode 23 juni t/m 8 augustus 2010

Deze recensie werd geschreven in het kader van het recensentenprogramma van SYB. De recensie mag rechtenvrij worden gepubliceerd mits daartoe vooraf toestemming is verleend door SYB.

Dit project wordt mede gefinancierd door de Mondriaanstichting, het Fonds BKVB en Neonlux BV.