15 juni t/m 13 juli 2014

FRIEZEN OPMETEN ALS KUNST

Recensie door Marian Cousijn

Three Man High is de uitkomst van de zomerresidentie van Søren Thilo Funder en Tina Helen bij Kunsthuis SYB. Het is een project dat niet alleen visueel heel sterk is maar waarin ook op een intelligente en kritische manier de rol van de artist in residence en de verhouding tussen kunst en wetenschap onderzocht worden.

Stel, je bent een buitenlandse kunstenaar en je wordt uitgenodigd voor een werkperiode in Friesland, een gebied waar je praktisch niets over weet. Waar begin je dan? Juist, je tikt ‘Friesland’ in op Google en belandt op de Wikipedia-pagina. Dat is precies wat de Deense kunstenaars Søren Thilo Funder en Tina Helen deden. Behalve informatie over geschiedenis, ligging en politiek vonden ze één curieus hoofdstukje op de pagina, dat zich bijna té goed leende als aanleiding voor een kunstwerk.

Anthropometry
Since the late Middle Ages, Friesland has been renowned for the exceptional height of its inhabitants, who were deemed among the tallest groups of Indo-Europeans. Even early Renaissance poet
Dante Alighieri refers to the height of Frisians in his Divine Comedy when, in the canticle about Hell, he talks about the magnitude of an infernal demon by stating that “not even three tall Frieslanders, were they set one upon the other, would have matched his height”.[13][1]

17 juni

Ik spreek Funder en Helen aan het begin van hun werkperiode. Voor de komende maand hebben ze een duidelijk plan: ze willen het citaat uit Dante visualiseren, een verticaal portret maken van drie opeengestapelde Friezen. Hoe precies is nog de vraag. Het duo is volop bezig met het ontwikkelen van een strategie, waarbij de lokale turnvereniging, instructies voor menselijke piramides en Fierljeppen mogelijk een rol spelen. Maar ze houden ook rekening met een uitkomst waarbij de drie Friezen gewoon op elkaar liggen: de kunstenaars zijn ten slotte geheel afhankelijk van de goodwill en de fysieke mogelijkheden van mensen die bereid zijn hun lichaam uit te lenen voor het maken van een kunstwerk.

Naarmate het gesprek vordert wordt het steeds duidelijker hoe scherpzinnig, kritisch, en on point het plan voor Three Man High is. Achter wat in eerste instantie een eenvoudige aanleiding voor een kunstproject lijkt, blijkt een goed doordachte visie te zitten.
Ten eerste reflecteren de kunstenaars met het project op hun eigen positie: als artist in residence wordt je gedropt in een gemeenschap waar je niets over weet, en er wordt van je verwacht dat je iets nuttigs bijdraagt aan de plaatselijke cultuur. Maar kunstenaars zijn geen antropologen, en vier weken is veel te kort om zinnig onderzoek te doen. Gelukkig kan je wel onzinnig onderzoek doen: zomaar mensen opmeten, bijvoorbeeld. Lengte registreren is een eenvoudige maar doeltreffende vorm van wetenschappelijk onderzoek. Maar een maatschappij bestuderen door simpelweg een aantal mensen op te meten is haast beledigend in het gebrek aan diepgang en interesse. Bovendien is antropometrie een wetenschap met een vrij dubieus verleden, aangezien het in de negentiende eeuw leidde tot de aanname dat intelligentie of aanleg tot criminaliteit aan de afmetingen van een schedel af waren te lezen.
Ook uit de keuze voor Wikipedia als startpunt blijkt het kritische standpunt van de kunstenaars. Het gevonden stukje tekst bevat exact de juiste ingrediënten voor een kunstwerk, aldus Funder: het is poëtisch, bevat een fysiek feit, is precies arbitrair genoeg en als bonus zit er een mooie literaire verwijzing in. Het is bijna té uitnodigend om te gebruiken. De kunstenaars zijn zich daar volkomen van bewust, wat het project een zekere mate van zelfspot verleent.
Ook is er scherp nagedacht over de verhouding tussen kunst en wetenschap. De kunstenaars merkten hoezeer kunstopleidingen de afgelopen jaren zijn veranderd; complete academisch correcte scripties over Foucault zijn geen uitzondering meer. Maar kan je dat niet beter aan filosofiestudenten overlaten? Wat voor specifieke kennis kan je als kunstenaar genereren? Tegenwoordig wordt er van alles verwacht van kunstenaars: dat ze gedegen wetenschappelijk onderzoek doen, dat ze concreet bijdragen aan oplossingen voor maatschappelijke problemen, dat ze een mening hebben over klimaatverandering en immigratie. Maar is dat wel de rol van kunstenaars?
Vandaar dat Funder en Helen er openlijk voor uitkomen dat Wikipedia de inspiratiebron is: voor wetenschappers not done, maar als kunstenaar ben je daar vrij in. En vandaar dat ze zo geïnteresseerd zijn in het idee van opmeten. Het is een handeling met de schijn van wetenschappelijke precisie, maar eigenlijk slaat het nergens op: de kunstenaars zijn geenszins van plan om een doelgericht representatief bevolkingsonderzoek uit te voeren. Puur wetenschappelijk gezien zal het onderzoek waardeloos zijn. Vanuit een kritisch artistiek oogpunt kan het willekeurig opmeten van voorbijgangers echter wel degelijk betekenisvol zijn.
De plannen voor de residency zijn intrigerend en maken benieuwd naar het eindresultaat. Zal het ze lukken om drie nuchtere Friezen zo gek te krijgen?

12 juli

Een maand later ben ik terug in Beetsterzwaag voor de presentatie van Three Man High. De angst dat het project zou mislukken en eindigen in een knullig stapeltje op elkaar liggende personen bleek ongegrond. Het portret staat als een huis.
De tentoonstellingsruimte is leeg, op een verticaal geplaatst videoscherm na. Er wordt een zwart-wit beeld op geprojecteerd. In een idyllisch Fries landschap staan drie grote kerels solide op elkaars schouders. De bovenste heeft zijn armen wijd uitgespreid, waardoor het beeld doet denken aan een indrukwekkende totempaal. De mannen dragen degelijke werkschoenen en afritsbroeken, hun blik is geconcentreerd maar niet verbeten. Ze staan er eenvoudigweg alsof het iets heel vanzelfsprekends is, deze bizarre daad.
De Friezentoren wankelt niet. Alleen aan de wind die zachtjes met de kleren speelt, rimpels blaast in de sloot op de achtergrond en het riet laat wuiven, is te zien dat het een video is en geen foto. Als je goed kijkt zie je dat de mannen hun evenwicht behouden doordat ze tegen een paal staan. Zonder die paal zou het beeld bijna saai van volmaaktheid zijn geweest.
Ik ben onder de indruk van wat de kunstenaars in vier weken neer hebben weten te zetten: het kunstwerk is bijzonder goed gelukt. Terwijl ik Funder vraag of het werk niet té goed gelukt is, besef ik me hoe raar die vraag eigenlijk is. Kunst hoeft niet altijd vreselijk te schuren en te wringen. We zijn tolerant voor artistieke mislukkingen, omdat die heel interessant kunnen zijn. Maar soms kan een project gewoon volgens plan worden uitgevoerd.
Het slagen van Three Man High is het resultaat van de onderlinge dynamiek tussen Funder en Helen als gelegenheidsduo. Helens werk is normaal gesproken meer gericht op het proces en het samenwerken met de gemeenschap, bijvoorbeeld doormiddel van workshops. Voor Funder is het belangrijker om een afgerond eindresultaat te presenteren. In dit project zijn hun krachten verenigd. Dat de lange mannen het leuk vonden om mee te werken en dat dankzij de dorpelingen een perfecte locatie werd gevonden is een kwestie van geluk, maar wel het soort geluk dat een goede kunstenaar af kan dwingen.
Het project omvat behalve de video ook een mooi uitgegeven publicatie, bestaande uit drie boekjes die samen een visueel onderzoeksverslag vormen. In deel 1 zijn beelden van menselijke torens (denk aan foto’s van cheerleader-piramides) gecombineerd met antropometrische schema’s. Deel 2 bevat foto’s van de totaal niet representatieve onderzoeksgroep van 38 opgemeten Friezen (gemiddelde lengte: 186 cm. ‘We kozen natuurlijk vooral extra lange mensen uit’, aldus Helen). In het derde boekje is een verzameling fascinerende en curieuze historische beelden bijeengebracht van mensen die aan wetenschappelijke experimenten met meetinstrumenten worden onderworpen.

Three Man High is een bijzonder project. Het eindresultaat is prachtig: de video is poëtisch en visueel heel sterk. Het werk kan op zichzelf staan, maar de publicatie voegt een interessant inkijkje in het artistieke proces toe. Er wordt op een intelligente en open manier kritiek geleverd op de positie van kunstenaars in onze tijd. Steeds vaker worden ze als instrument ingezet, wordt er van ze verwacht dat ze aantoonbaar nuttig werk doen. Maar kunst en wetenschap zijn twee heel verschillende zaken, en het is maar goed dat kunst soms nutteloos en een beetje raar mag zijn.