8 t/m 14 januari 2014

APICE FOR ARTISTS

Recensie door Judith Spijksma

‘Op welke manier ga ik om met het artistieke proces, bijvoorbeeld met de tussenmomenten waar nog niks vaststaat en er ruimte is voor interactie en dialoog?’ Het is een van de vragen waar Daniela Apice zich tijdens haar verblijf in Beetsterzwaag mee bezig hield. Apice begon in 2009 met het tonen van werk van jonge kunstenaars in het trappenhuis van kunstenaarsinitiatief P/////AKT (Platform Beeldende Kunst, Amsterdam Oost). In 2011 vertrok zij naar een ruimte in de Van Ostadestraat in Amsterdam waar zij een galerie, Apice for Artists, opzette. Nu, na twee jaar, verlaat Apice de Van Ostadestraat om haar galerie voort te zetten in haar eigen woonkamer. Die verhuizing, en alle implicaties die het met zich meebrengt, is aanleiding voor Apice om zich te buigen over haar positie als bemiddelaar in de hedendaagse kunst. Tijdens haar verblijf in Kunsthuis SYB spreekt zij met verschillende personen uit de kunstwereld via e-mail en Skype en bespreekt zij haar huidige positie tijdens een diner.

Daniela Apice is een galerist die niet alleen een podium, maar ook intensieve begeleiding wil bieden aan kunstenaars. De kunstenaars met wie ze werkt zijn jong, vaak pas afgestudeerd aan een kunstacademie of post academische opleiding, en in de beginfase van hun carrière. Apice wil juist in die fase een bijdrage leveren aan het creatieve proces en niet alleen faciliteren maar ook inspireren, meedenken en kritisch betrokken zijn bij de kunstenaar.

Zij gaat in gesprek met de kunstenaar. Voor haar is dat gesprek, de wisselwerking en samenwerking tussen haarzelf en de kunstenaar, belangrijker dan het eindproduct. Het liefst werkt zij vanuit een situatie waarin nog niets is besloten en nog niets vastligt. Op die manier is er alle openheid voor het maken van keuzes zonder beperkt te worden door een vooropgezet of bestaand kader.

Net als de kunstenaars met wie zij werkt is ook Apice zelf een beginnend speler in het veld van de hedendaagse kunst. In Kunsthuis SYB maakt zij nu zichzelf en haar positie ten opzichte van kunstenaar en liefhebber tot onderwerp van gesprek. Zij sprak met verschillende spelers uit de kunstwereld. Zij vroeg hen om meningen en zienswijzen die haar verder kunnen helpen met het creëren van een context voor haar eigen praktijk. Tijdens een van haar gesprekken kwam het werk van curator en auteur Anthony Huberman ter sprake.

In de presentatie die Apice maakte verwerkte zij teksten en lezingen van Huberman. Zo was er in Kunsthuis SYB een opname te zien van een van zijn lezingen. Ook op de tafel, waar verschillende boeken en teksten verzameld waren bij wijze van mind-map, is zijn naam op verschillende readers terug te lezen. Huberman legt in zijn tekst How to behave better, de nadruk op het gedrag van kunstenaars. Niet zozeer op wát zij maken maar meer op hóe ze dat doen, hoe ze zich gedragen als kunstenaar. Hij onderscheidt twee typen kunstenaar in de geschiedenis; de boxer (Pablo Picasso) en de schaker (Marcel Duchamp). De een wint door het hardst te slaan, te schreeuwen en vol bravoure de aandacht op zichzelf te richten. De ander weet met intelligente en strategische keuzes zijn rivaal te verslaan.
Beide typen spelen een spel binnen een kader, een set regels waaraan zij zich onderwerpen en waarbij winnen het belangrijkste doel is. In deze tijd, merkt Huberman op, wijzen een aantal kunstenaars het volgen of juist breken van regels af. In plaats van binnen een bestaand kader te spelen, werpen zij het gehele spel omver door hun eigen speelveld te ontwikkelen. Volgens dit principe spelen kunstenaars niet om te winnen maar begeven zij zich in een oneindig spel zonder concreet einddoel. De regels van het spel worden continu veranderd en opnieuw uitgevonden. Het enige doel is te blijven spelen.

Huberman hecht veel waarde aan een vergelijkbaar proces bij de toeschouwer in het kijken naar kunst. Dat proces wordt in zijn lezing eenvoudig geïllustreerd aan de hand van een grafiek.

Deze grafiek beschrijft een aantal stadia die gezamenlijk een cyclus vormen. De horizontale lijn beginnend linksonder beschrijft een situatie waarin er geen informatie binnenkomt en er te weinig input aanwezig is om nieuwsgierig door te raken. Wanneer de lijn gevolgd wordt komen we in een situatie waarin we iets zien of horen wat we niet kennen of waarvan we het bestaan niet wisten en wat nieuwsgierigheid oproept. Die nieuwsgierigheid leidt weer tot allerlei interpretaties en speculaties. Dat zal uiteindelijk leiden tot antwoorden waar we het over eens kunnen zijn en zo wordt het onbekende langzamerhand iets dat we kennen en begrijpen. Kunst zet in het beste geval aan tot (mentale) actie bij de toeschouwer, brengt hem in een productieve staat vanuit het niet-weten naar het zoeken naar antwoorden en betekenis en zo door naar nieuwe kennis. Tegelijkertijd, zegt Huberman, is het juist de kunst die de bestaande kennis, dat wat we denken zeker te weten, kan bevragen. Kunst kan de toeschouwer meenemen in een proces van twijfel over wat we denken te weten, een proces van speculeren en interpreteren om zo tot nieuwe kennis en inzichten te komen. Het betrekt de toeschouwer in de activiteit van het ‘gezamenlijk proberen te snappen van de wereld’.

Het niet-weten en de daarmee samenhangende nieuwsgierigheid lijkt voor Apice de meeste aantrekkingskracht te hebben. Het was voor het eerst dat Apice zichzelf tot onderwerp van gesprek maakte tijdens haar residentie in Kunsthuis SYB. Het resultaat is een associatieve presentatie waarin de lezing van Huberman de meeste aandacht vraagt. Een presentatie die vragen opwerpt over de rol en mogelijkheden van een galerie in Nederland maar ook de rol en positie van de wat kleinere kunstinstelling.
De vragen die Apice geformuleerd heeft in de context van de verhuizing van white cube naar woonkamer zullen in de praktijk beantwoord moeten worden. In ieder geval heeft Apice de nodige reflectie en informatie van haar medespelers opgedaan en een stem gevonden die straks ongetwijfeld zijn weerslag zal hebben op de woonkamer van Apice.