28 t/m 29 juni 2014

IT FERHAAL FAN DE BISTETÚN / BEESTENBOEL IN BEETSTERZWAAG

Recensie door Josine Zuidema

In Friesland woont een volk met tradities. En volgens de traditie is Beetsterzwaag een dorp van stand. Deftige huizen en tuinen aan de Hoofdstraat zijn stille getuigen van een geschiedenis waarin bewoners met blauw bloed het straatbeeld bepaalden. Tegenwoordig zijn er in de dorpskern meerdere expositieruimtes te vinden; de gemeente Opsterland maakt het kunstenaars en kunsthandelaars makkelijk om monumentale gebouwen te betrekken op voorwaarde dat het erfgoed een culturele bestemming krijgt en toegankelijk is voor publiek.

Het is zomer en volgens goed gebruik vieren de inwoners van Beetsterzwaag dit seizoen met een festival gewijd aan de kunst: ‘Kunstweekend Beetsterzaag’. Voor het eerst is het evenement, dat dit jaar voor de zesde keer word georganiseerd, verlengd van een dag naar een weekend. En ook dit jaar is Kunsthuis SYB betrokken bij de werkgroep kunstweekend bestaande uit inwoners van Beetserzwaag. De werkgroep hoopt dit jaar te verwonderen, zo lees ik in het programmaboekje. Gele vlaggen markeren 29 locaties met vooral véél – beeldende kunst, theater, muziek en poezië – in de Friese traditie. Zelfs de plaatselijke verzekeraar maakt dit weekend zijn debuut als tentoonstellingscurator.

Het is druk. De autos’s staan rijen dik in de voortuin van Landgoed Lauswold, waar het NNO (Noord Nederlands Orkest) een zondagmiddagconcert geeft. Het publiek schuifelt door de sjieke Hoofdstraat van expositie naar concert langs straatartiest en sapbar. De acteurs uit Edward Albee’s theaterklasieker ‘The Zoo Story’ – in het Fries ‘It ferhaal fan de Bistetún’ – hebben de lachers op de hand, buiten klinkt het geluid van een drumband. Ik loop langs een (fluoriserend-) Flower (girl-) Power Koor, van achter een beukenhaag klinkt een jazz band. Ik zie een schimmenspel en een verhalenverteller. Een voordracht van Friese gedichten en een wandkleed met een poetische tekst. Landschapsfoto’s, interieurfoto’s, portretfoto’s, foto’s van een Friese lekkernij en een abstracte afbeelding van de horizon, een horizontale lijn op ooghoogte, een hyperrealistisch schilderij en een sopraan in pinguinjas: het is een beestenboel in Beesterzwaag.

In salonopstelling exposeert Fred Wagemans het werk van kunstenaars uit Friesland en Groningen met verschillende disciplines: NOK 6 / Noord Oost Kunst – expositie nummer – Zes. Naast jongelui zoals Thijs Jansen, Tryntsje Nouta en keramiek van ‘Unit 30’ presenteert de organisator in het voormalig gemeentehuis ook oude liefdes zoals Marrigje de Maar en Jans Muskee. Fred Wagemans is een trouwe minnaar. Ook Eja Siepman van den Berg is een oude geliefde en – samen met Rutger Hauer – waarschijnlijk de bekendste kunstenaar uit het dorp. Vooral de houding van het menselijk lichaam lijkt deze beeldhouwster te prikkelen. Ik sta tussen glanzende, blote soepele lijven, mannen en vrouwen in marmer en brons, als Siepman van den Berg mij een oranje schaalmodel van één van haar beelden toestopt. Het meisje in mijn hand is gemaakt van op elkaar gesmolten laagjes plastic, het reliëf snijdt in mijn vingers. Op een demonstratie aan de andere kant van het dorp print een 3D-printer een vertaalslag van haar beelden in de nationale kleur.

Van Wagemans loop ik terug over de Hoofdstraat naar de woning waarin Kunsthuis SYB huishoudt. Voormalig resident Tom Kok presenteert zijn film ‘Pumping intuition’; een gesprek tussen de kunstenaar en een boer die filosoferen over de vragen: ‘Wat is kennis, wat is denken?’. Een vraagstuk naar aanleiding van verdwenen vee. Het Deense kunstenaarsduo Soren Thilo en Tina Helen geeft een inleiding waarin ze vooruitlopen op het komende project; deze zomer gaat het duo op zoek naar de drie langste inwoners van het dorp voor de installatie ‘Three man high’.

In de voorkamer van het kunsthuis draait een film van Domenico Mangano. De kunstenaar verbleef eerder dit jaar in SYB. In de film portretteert Mangano mensen met een verstandelijke beperking, mensen met een meervoudige beperking of een combinatie daarvan. Het zijn de bewoners van ‘de Wissel’, mensen die leven in een samenleving met eigen wetten en regels verscholen achter het groen van Beetsterzwaag. Mangano heeft een grote fascinatie voor dergelijke gemeenschappen aan de rand van de samenleving. Tijdens zijn verblijf in het dorp heeft de Italiaan het vertrouwen van de bewoners van ‘de Wissel’ gewonnen, waardoor hij hen vrijuit kon filmen. Dat de kunstenaar naast zijn moedertaal en Engels slechts gebrekkig Nederlands spreekt, deed er niet toe, deze samenleving spreekt een internationale taal die Mangano beheerst. De film is voor het eerst helemaal te zien, na afloop van de residentie was er slechts een voorlopige montage. Ik bekijk de film samen met inwoners van Beetsterzwaag en luister hoe ze alledaagse verhalen en anekdotes uitwisselen over de mensen in de film. Deze dorpelingen kennen elkaar goed. Voor de inwoners zijn de hoofdrolspelers uit de film van Mangano geen psychiatrisch patienten, maar buurtbewoners als ieder van hen. Dit beeld van deze mensen die soms teruggetrokken leven in hun eigen belevingswereld staat in een groot contrast tot de extroverte, vrolijke beestenboel van het weekend van de kunst in Beetsterzwaag.