29 maart t/m 7 mei 2013

BEETSTERZWAAG, KONINGINNEDAG 2013

Recensie door Tanja Baudoin

Om acht uur ‘s-ochtends is Beetsterzwaag in rep en roer: het is koninginnedag en dat betekent dat de jaarlijkse optocht plaatsvindt in het dorp. Dit jaar begint die al om kwart voor negen, zodat iedereen op tijd voor de TV kan zitten om de abdicatie van Beatrix en de kroning van Willem-Alexander live te volgen. Kamila Szejnoch, artist in residence bij Kunsthuis SYB, doet mee aan de optocht. Ze heeft, met gebruik van geglazuurde koeken geschonken door lokale bakkerij Verloop, een snoephuis gemaakt in de vorm van de gevel van SYB. Het huis is gebouwd met de hulp van buurtgenoten. Het staat op een wagen, die wordt voortgetrokken door een tractor. Binnen in het huisje zitten twee kinderen te snoepen, terwijl Kamila de buitenkant versiert met slagroom. Andere kinderen lopen achter de wagen en delen stukjes koek uit aan de omstanders.

De afgelopen weken heeft Kamila onderzocht wie er in Kunsthuis SYB woonden voordat de galerie van Sybren Hellinga, waar het Kunsthuis uit is voortgekomen, er zijn deuren opende. In de vorige eeuw woonde en werkte de familie Schroor in het pand. Deze baatte er een snoepwinkeltje uit, waar boterballetjes werden gemaakt en verkocht. De balletjes genoten in de wijde omtrek grote bekendheid. Kamila heeft geprobeerd om met het gegeven van deze zoete geschiedenis de huidige identiteit van het huis te wortelen in het verleden. Tegelijkertijd heeft ze het tot een fantasie vermaakt die de collectieve verbeelding van het dorp mogelijk kan prikkelen. Het snoephuis in de optocht is daar een poging toe en samen met Eliza Proszczuk leidde Kamila een workshop snoephuisjes bouwen voor zo’n twintig kinderen uit het dorp, waarbij het Kunsthuis model stond voor de eetbare bouwsels.

Binnen in SYB presenteert Kamila een videowerk van haar ontmoeting met Theo Schroor, één van de voormalige bewoners van het huis. In de video, gefilmd door Ruben van Klaveren, leidt de inmiddels op leeftijd zijnde Theo Kamila door het huis terwijl hij vertelt over de voormalige functie van iedere ruimte. Achter in het huis werden de boterballetjes door zijn vader gemaakt en waar nu de keuken is, is Theo ooit geboren. Theo doet zijn best, in een mengeling van Engels en Nederlands, aan de Poolse Kamila duidelijk te maken hoe het huis in elkaar stak. Het is een onhandige situatie, maar het is sympathiek dat Kamila haar positie als vreemdeling in het dorp niet verdoezelt.

Zij is de buitenlandse kunstenaar die een lokale geschiedenis op wil diepen. Veel kunstenaars die vergeten verhalen of historische personen opvoeren in hun werk hebben de neiging zichzelf hierbij weg te cijferen, maar de ontmoeting tussen Theo en Kamila geeft blijk van haar eigen fascinatie en betrokkenheid. Voor de man is het van waarde zijn herinneringen te delen, maar wellicht is het historische component van Kamila’s project voor het dorp van minder betekenis. ‘s-Middags komt Theo naar de video kijken, maar zijn familie komt niet.

In de voorruimte heeft Kamila een aantal oude uitvergrote krantenknipsels op de ongepleisterde muren gehangen. Het betreft artikelen over de vorige bewoners van het gebouw en het verhaal van de familie Schroor en de boterballetjes. Op een andere muur hangen twee foto’s van het interieur en de buitenzijde van het huis uit de tijd van het snoepwinkeltje. Op de haard heeft Kamila een oud reclamebord en een origineel boterballetjes-doosje geplaatst. Het zijn minimale interventies in de verder kale ruimte die het effect hebben, dat ze de leegheid van de ruimte benadrukken in plaats van dat ze de geschiedenis van het pand tot leven weten te brengen. Dit leidt tot het ongemakkelijke besef dat de objecten slechts memorabilia zijn, het huis een huls, en dat de tijden van het snoepwinkeltje lang vervlogen zijn.

Wat overblijft is Kamila’s onvolmaakte visioen van het snoephuis in de optocht, mede tot stand gekomen dankzij de informatie die ze heeft opgespoord, Theo’s herinneringen en haar eigen fantasie. Volgens de filosoof Paul Ricoeur is het pogen om herinnering (feit) en verbeelding (fictie) van elkaar te scheiden vaak onmogelijk, omdat de herinnering tot ons komt in de vorm van een beeld waarin verbeelding het decor is voor het verleden. Het is dan ook niet vreemd dat Kamila’s projectie van het Kunsthuis is zoals in het sprookje van Hans en Grietje: de buitenkant van het huisje is een droombeeld van snoep en dat is bovenal een beeld dat verleidt (en misleidt). Van het leven dat zich heeft afgespeeld in de snoepwinkel weten we praktisch niets.