20 juni t/m 31 juli 2012

WAAR GRAANCIRKELS SAMENKOMEN MET ENERGIEDRANKJES

Recensie door Suzanne Rietdijk

Soms is het alledaagse ineens meer dan normaal. Dan overstijgt het banale zijn onaantrekkelijkheid en onthullen de gewone dingen zich als materiaal voor iets buitengewoons. De presentatie van de werkperiode van David Stamp (UK) en Grégory Cuquel (FR) in Kunsthuis SYB, is vol van referenties naar het alledaagse en vaak ook het ordinaire. Handtasjes en sigaretten worden gemeten aan de guldensnede, terwijl graancirkels zich door hun geometrisch grafisch patroon ineens veel rationeler voordoen dan hun mystieke oorsprong doet vermoeden. Het normale wordt omgebogen naar iets wonderbaarlijks, waardoor duidelijk wordt dat geen enkele zaak op maar één manier te interpreteren is.

Stamp en Cuquel hebben hun werkperiode in Kunsthuis SYB ingezet voor een experimentele samenwerking. Na een aantal gezamenlijke tentoonstellingen wordt in SYB voor het eerst een dialoog tot stand gebracht tussen deze twee kunstenaars die zowel esthetisch als methodologisch lijnrecht tegenover elkaar staan. Waar Stamp werkt vanuit een helder gegeven en planmatig tot een eindresultaat komt, is het werk van Cuquel een uitkomst van een intuïtief proces waar de vorm pas bij het maken duidelijk wordt. Ook binnen de presentatie ‘Riding the Cosmotractor’ die Stamp en Cuquel in SYB tonen, is deze tegenstelling merkbaar. Gelukkig blijkt dat juist deze inherente strijdigheid een onverwacht aangenaam resultaat oplevert.

‘Riding the Cosmotractor’ begint bij een met jeans gevulde zak Patatje Joppie chips. De zak is onderaan de trap weggemoffeld en lijkt op een stuk afval wat de kunstenaars in hun haast zijn vergeten op te ruimen. Maar iets verderop in de tentoonstelling wordt duidelijk dat deze zak geen overblijfsel is van een gezellig avondje tv-kijken. In een met pasteltinten geverfde sculpturale installatie hangen hoogglans neplederen handtasjes, een dozijn aan sigaretten, energiedrankjes en andere kitscherige accessoires. De nonchalant geplaatste attributen vormen een duidelijke referentie naar de hedendaagse tienercultuur waar de zak chips ook zijn plaats kent. Deze ruwe installatie van Cuquel getiteld ‘Le Nombre d’or expliqué à ma fille’ (‘De guldensnede uitgelegd aan mijn dochter’), brengt paradoxale verbindingen tot stand tussen de ordinaire subcultuur van de hedendaagse tiener en het kunsthistorisch sublieme. De banale voorwerpen zijn de uiteindelijke formalisering van een doelgroep en bieden een esthetisch kader waarbinnen zowel een zekere schoonheid als aversie wordt opgeroepen.

Heel anders is het werk van Stamp wat zich achterin in Kunsthuis SYB bevindt. Een attractieve vorm van geometrie en minimalisme voeren hier de boventoon. Zo heeft Stamp een in zwart-wit uitgevoerd grafisch patroon van graancirkels aangebracht op een schuin opgezette wand. De gecontroleerde strakke vlakken van dit patroon vormen een groot contrast met de schetsmatigheid van de sculpturale werken van Cuquel. De adolescentie en grofheid worden hier een tegenwicht geboden door de seriematige verwerking van decoratieve vormen die het platte vlak benadrukken.

Toch is het werk van Stamp niet zo plat als het lijkt. Gefascineerd door de sociale verhoudingen omtrent de graancirkels wordt dit fenomeen ook in de diepte uitgewerkt. Zo werkt Stamp met het gegeven dat er naast de mensen die deze mystieke verschijnselen als buitenaards bestempelen, er ook een groep was die zich door deze gelovigen liet beïnvloeden en de patronen in de graanvelden nabootsten. De complexe vormen die zij maakten kwamen vanuit de ideeënwereld van de gelovigen, waardoor er een onderlinge relatie ontstond tussen deze verschillende groepen mensen. De betrokkenen vervulden afwisselend de rol van zowel van devoot als schepper. Stamp betrekt dezelfde spanning tussen toewijding en radicalisering in zijn installatie. Door de patronen serieel en manshoog te reproduceren, speelt hij met de tegenstrijdigheid van het rationele geometrische enerzijds en het irrationele groteske anderzijds.

De experimentele samenwerking tussen Stamp en Cuquel wordt tot een climax gebracht in hun gezamenlijke werk. Hier hebben beide kunstenaars hun methodologie opgeschort om tot een resultaat te komen dat uiteindelijk heel vanzelfsprekend oogt. Zo ligt er midden tussen de werken van Stamp een gebarsten beeldscherm dat door de intentionele malfunctie een kleurrijk beeld vertoont. Bovenop staat de vermeende aanstichter van de barst: een ruige massieve vorm van gedroogde klei. Ondanks de duidelijke tweestrijd tussen de ruwe klei en de strakke flatscreen televisie, lijken de expliciete stilistische verschillen tussen Cuquel en Stamp hier te ontbreken en is het lastig de individuele inbreng van de twee te onderscheiden.

Voor hun werkperiode in SYB hebben Stamp en Cuquel hun gebruikelijke methodologie op de proef gesteld. Hierdoor biedt hun experimentele presentatie in SYB een onbevangen en intuïtieve inhoud waarbij de afzonderlijke werken elkaar esthetisch versterken. ‘Riding the Cosmotractor’ geeft een ontvankelijke hernieuwde blik op het alledaagse. Objecten die door het algemene publiek worden afgedankt, zijn in de presentatie van Stamp en Cuquel naar voren gebracht in een geheel waar de grensgebieden tussen het carnavaleske en het esthetische worden opgezocht. Bestaande zaken uit inferieur geachte subculturen worden verbijzonderd door gebruik te maken van de essentie van deze: de reproductie. Het is immers door middel van constante herhaling van sociale verhoudingen en beeldende symboliek dat subculturen zich in hun eigen bestaan kunnen bevestigen. De esthetische conventies die hierbij toegepast worden, vormen de voedingsbodem waaruit Stamp en Cuquel hun werk tot stand brengen. Ze passen de voorwerpen toe als readymades, objecten die door middel van hun reproducties worden herplaatst en opnieuw omschreven. Humor en het abjecte worden hierbij niet ontweken, aangezien het juist deze uitersten zijn die de grenzen en daarmee de identiteit van de subcultuur vormen.

De graancirkels zijn derhalve gelijk aan de energiedrankjes; symbolen die de identiteit van de groep formaliseren en een bepaalde mate van devotie oproepen. In ‘Riding the Cosmotractor’ zijn het deze banale identiteitsvormende symbolen die door hun hernieuwde samenstelling een esthetisch aangename vorm krijgen. Gelukkig komen ze daarbij niet geheel los van hun ordinaire oorsprong. De spanning die daardoor ontstaat brengt de presentatie naar een ongedwongen toestand waarbij betekenissen niet worden afgedwongen maar opengelegd. Het object wordt opnieuw geanalyseerd en herwaardeerd. De formele kwaliteiten van soms onooglijke objecten stijgen daarmee boven zichzelf uit en vormen een aantrekkelijke vrijmoedigheid die de mogelijkheid schetst dat ieder dagelijks stuk tuig zich naar een gulden snede kan toewerken.

RIDING THE COSMOTRACTOR
David Stamp & Grégory Cuquel
Projectperiode 20 juni t/m 31 juli 2012

Deze recensie werd geschreven in het kader van het recensentenprogramma van SYB. De recensie mag rechtenvrij worden gepubliceerd mits daartoe vooraf toestemming is verleend door SYB.

Dit project wordt mede gefinancierd door het Mondriaan Fonds.

Meer informatie:
David Stamp
www.davidstamp.com