4 augustus t/m 6 september 2010

EEN MEDITATIE OP HET LANDSCHAP

Recensie door Laurie Cluitmans

“In de mens is een intuïtief verlangen aanwezig om zich met de natuur bezig te houden, om de natuur te ordenen. In de tuin kunnen mensen hun idealen en verlangens vertalen; ze proberen daarin misschien onbewust een aards paradijs te creëren.” (1)

De contradictie tussen de vrije natuur en de constructie van de tuin – beide als landschappelijke elementen – staat centraal in het werk van Erica van Loon (Meppel, 1978). Voor haar tentoonstelling bij Kunsthuis SYB verdiepte Van Loon zich in de directe omgeving van Beetsterzwaag. Specifiek in het landgoed Olterterp, dat daar eind achttiende eeuw werd aangelegd door Ambrosius van Boelens als aangenaam lusthof met bossen, wandelwegen en waterpartijen – en waar eind negentiende eeuw ook de lokale bevolking ontspanning vond.

Van Loon studeerde aan de Rietveld Academie in Amsterdam en bracht van 2005 tot 2007 een werkperiode door aan De Ateliers. De interesse in het landschap vormt het uitgangspunt voor haar werk. Vóór Van Loon’s verblijf in Kunsthuis SYB maakte ze in haar studio constructies van mogelijke landschappen. Samengesteld uit houten latten en transparant plastic, ontstonden ruimtelijke settings, die vervolgens gefotografeerd werden, soms nog beschilderd, en vervolgens in lichtbakken gepresenteerd. De belichting van achteren creëert een zekere diepte en herstelt de ruimtelijkheid van het landschap op een tweedimensionaal vlak. De constructies houden het midden tussen een paradijselijke setting en gecultiveerde landschap.

Het werk dat Van Loon bij Kunsthuis SYB maakte, is in vele opzichten een eerste. Zo begeeft ze zich voor het eerst voor een werk buiten de vertrouwde muren van de studio, betrekt ze een bestaand landschap in haar werk, maakt ze voor het eerst geen foto’s of lichtbakken, maar een video en speelt ze bovendien zelf een rol in het werk. In de video draagt Van Loon een sculpturale vorm door het oude park. De sculptuur lijkt op een driedimensionale vlieger, in de vorm van een hexagoon, met felle blauwe, groene en roze vlakken. De figuur, zo vertelt Van Loon, is geïnspireerd op de eerste revolutionaire vliegconstructies van Alexander Graham Bell, maar ook refereert de hexagoon aan de boeddhistische structuren en patronen van de yantra, die helpen bij het mediteren.

Van Loon draagt de sculptuur door de bosrijke omgeving en haar gang volgt het ritme van het landschap, dat inmiddels sterk is verwilderd. De natuur is er haar eigen gang gegaan, overwoekerde de aangelegde paden en bemoeilijkt zo de gang door het landschap. Ze beweegt zich over de hoge graspollen, tussen de bomen door. De figuur lijkt soms bijna te blijven hangen achter de takken, soms daadwerkelijk even te zweven als een werkelijke vlieger, vrij in de wind. De afzonderlijke vlakken van de hexagoon reflecteren elk op eigen wijze het zonlicht, waar de structuur en de takken door heen schaduwen. Sommige vlakken worden door het licht bijna wit. Er ontstaat een spanning tussen het zonlicht, de hexagoon en de reflecties daarvan in de camera zelf, die als gekleurde vlekken op het beeld verschijnen. Wanneer de camera inzoomt ontstaat er een haast abstract beeld dat functioneert als een tweede laag dat letterlijk over het landschap wordt gelegd.

Wat gebeurt er wanneer de natuurlijke omgeving wordt verdubbeld met een artificiële constructie? Wat gebeurt er wanneer er een laag wordt toegevoegd? Volgens de Amerikaanse kunsthistoricus W.J.T. Mitchell is het genre van landschapskunst ‘originally constituted as a genre of painting associated with a new way of seeing’. (2) In zekere zin sluit de video van Van Loon hierbij aan. Door de verdubbeling van de artificiële laag van de sculptuur in het landschap – dat op zijn beurt tegelijkertijd aangelegd en wild is – brengt ze de omgeving op een nieuwe manier in beeld. De kleuren en vormen van de hexagoon verhullen en onthullen de lusthof en bieden daarmee een zekere meditatie op het landschap, versterkt door de bewuste keuze van de meditatieve yantra, en het onverwachte spel van licht en reflectie.

Van Loon nodigde de Japanse Takako Hamano (1975, Japan) uit voor de laatste twee weken van haar residentieperiode, om eveneens op de omgeving te reflecteren. In plaats van Beetsterzwaag staat nu het Japanse landschap centraal en wel het eiland Shikoku, dat ze recentelijk bezocht en waar ze enkele foto’s maakte van de beboste bergen. De bomen nemen het gehele frame in, waardoor er niets anders van de omgeving te zien is. Drie van deze foto’s plaatste ze over elkaar en monteerde ze zó dat het lijkt alsof het geframede bos opnieuw in beweging komt, alsof een zacht briesje de bomen opnieuw doet wiegen. Qua montage techniek doet het werk ‘Whispery Forest’ denken aan David Claerbout’s videoprojectie ‘Ruurlo, Borculoscheweg, 1910’ (1997), waarin een oude zwart wit ansichtkaart opnieuw tot leven wordt gewekt, door de enorme boom die centraal staat, van subtiele beweging te voorzien. Beide werken genereren een soort frictie in de perceptie, waardoor je als beschouwer niet helemaal zeker weet wat je ziet en wordt uitgedaagd opnieuw te kijken. De bomen van Hamano gaan naar mate je langer kijkt een zeker abstract karakter krijgen en lijken een eigen leven te leiden. Hamano’s werk sluit mooi aan bij het onderzoek van Van Loon naar het kunstmatige en natuurlijke karakter van het landschap. Waar de sculptuur als een zoeklicht over het landschap schijnt en specifieke aspecten onder de aandacht brengt, concentreert Hamano zich op een ogenschijnlijk stil staand beeld. Natuur en cultuur, werkelijkheid en montage, ontmoeten elkaar en gaan een relatie aan.

In de presentatie in Kunsthuis SYB toont Van Loon tevens haar werkplek met de naaimachine en de ontmantelde sculptuur; Hamano toont enkele aquarel schetsen die verband houden met ‘Whispery Forest’. De tentoonstelling krijgt daardoor meer het karakter van een tijdelijke presentatie, van een ‘work in progress’, dan een volgroeide en volledig uitgedachte expositie. Voor beide kunstenaars zijn deze werken echter uniek voor hun gangbare werk en vormen ze daarmee een nieuwe aanzet en richting. Is er een betere benutting van de residentie in Kunsthuis SYB denkbaar?

(1) Erik De Jong, Vertaling van een Verlangen
(2) Mitchell, W.J.T., ‘Imperial Landscapes’, Landscape and Power. Chicago: University of Chicago Press, 1994: 5-34: 9.

VELDWERK
Erica van Loon
Projectperiode 4 augustus t/m 6 september 2010

Deze recensie werd geschreven in het kader van het recensentenprogramma van SYB. De recensie mag rechtenvrij worden gepubliceerd mits daartoe vooraf toestemming is verleend door SYB.

Dit project wordt mede gefinancierd door de Mondriaanstichting.

Meer informatie:
Erica van Loon
www.ericavanloon.nl
E-MAIL