8 augustus t/m 9 september 2007

HET GAAT NIET GOED MET MICKEY MOUSE

Recensie door Klaas Koetje

Gemuteerde mensen (of zijn het gewoon wandelende konijnenskeletten), mensen die in dia’s wonen, perverse Arabieren en een autistische Mickey Mouse. Zomaar wat personages die rondstappen in de desolate wereld van Powerplant. Want desolaat is het: of het nou de aarde zelf is (uitgemergeld, heet waarschijnlijk) of de isolatiecel waarin de eerste succesfiguur van Walt Disney voor eigen en onze veiligheid is opgesloten. Als het gaat om het scheppen van een naargeestige sfeer kun je de kunstenaars Nina Thibo en Krista Burger (samen sinds 2001 het duo Powerplant) wel op pad sturen. In Kunsthuis Syb hadden de beide dames twee sets gebouwd voor hun Expanded Cinema onder de al weinig opwekkends voorspellende titel: Mental Mickey And The Desert Of Doom.

Expanded Cinema is in de werkwijze van Burger en Thibo een soort elektronische poppenkast. Er zijn miniatuur filmsets gecreëerd waar Thibo en Burger met assistenten in rondkruipen. Ondertussen wordt er gespeeld met ‘poppen’. The Desert Of Doom wordt gedomineerd door een paar konijnenskeletten, gedeeltelijk nog in de vacht, die als marionetten tot leven worden gebracht. De toeschouwer heeft een tweevoudige kijk op de voorstelling. Enerzijds door gewoon op de set te kijken en anderzijds is dat via een projectie van een camera die in de voorstelling van zeer nabij registreert.
Het is een fraaie en effectieve aanpak. De ogenschijnlijk rommelige installatie met tal van attributen en het zand op de vloer verandert dankzij de camera in een onherbergzaam landschap of het onderkomen van een sjeik. Als kijker wissel je voortdurend van beeld. Je ziet hoe de spelers in de installatie rondkruipen en de voorstelling uitvoeren maar je ziet ook voortdurend hoe dat in het geprojecteerde beeld een filmische dimensie krijgt. Details worden zichtbaar die vanaf de zitplaats onmogelijk te zien zijn. Dat resulteert in een voorstelling die visuele verassingen vertoont en een genoegen is om naar te kijken.

Narratief schiet The Desert Of Doom echter tekort. In een lange inleiding wordt uitgelegd in welke tijd het verhaal zich afspeelt en hoe de aarde (beroerd) er voor staat. Dat verhaal is niet consistent en maskeert het gebrek aan samenhang van de scènes onderling. Dat is jammer omdat er best aardige ideeën (het leven in een dia als ultiem levensdoel) verwerkt zitten in een toekomstbeeld dat op zichzelf tamelijk clichématig is. Ook worden vrij veel (woord)grappen gemaakt in een kennelijke poging enige lucht te verschaffen in die loodzware toekomst. Het toepassen van morbide humor (wat af en toe gebeurt) is naar mijn smaak veel effectiever om de ernst en de relativiteit van de situatie aan te geven. Want dat is kennelijk wel de boodschap die overgebracht wordt: het gaat de verkeerde kant op met de wereld. Associaties met La Possibilité d’une île, de laatste roman van Michel Houllebecq of Code46, een film van Michael Winterbottom zijn nooit ver weg maar waar deze toekomstverhalen overtuigend en beklemmend zijn, wordt The Desert Of Doom dat niet echt.

The Desert Of Doom speelt in 2099 en omvat drie scènes. Een paar konijnen die duidelijk menselijke trekken hebben openen de voorstelling. Ze liegen, bedriegen, bedreigen en vermoorden elkaar vanwege het bezit van een Rolex horloge. Een man en een vrouw (Diana 47) kibbelen over het leven in een dia. De man heeft alle bezittingen verkocht om het ultieme statussymbool te kunnen aankopen: het leven in een dia zonder verdere materiële bezittingen. De derde scène laat twee vuilbekkende sjeiks zien die bij het minste geringste bereid zijn hun bediende (een robotachtig wezen) of elkaar of de rest van de wereld om zeep te helpen.
Dat zijn verschillende werelden die naast elkaar bestaan zoals je dat ook bij Houellebecq en Winterbottom ziet maar Powerplant slaagt er niet in deze scènes met elkaar te verbinden. Dankzij de inleiding weten we dat dit alles zich in dezelfde tijd afspeelt. The Desert Of Doom refereert aan populaire cultuur, materialisme, defaitisme, stripboeken, science-fiction maar ontbeert een oorspronkelijke invalshoek waardoor het verhaal niet echt interessant wordt terwijl die mogelijkheden er wel liggen. Als de personages uit de verschillende scènes bijvoorbeeld op de hoogte blijken te zijn van elkaars bestaan, kan al een interessant spanningsveld ontstaan tussen bijvoorbeeld het botte materialisme van de konijnenskeletten en het niet-materiële materialisme van de mensen in de dia. Dan zou het gekibbel over een niet-aanwezige werkelijke sofa ingeruild kunnen worden voor een meer intelligente dialoog waarin de spanning opgevoerd kan worden en de scènes uitstijgen boven het niveau van maffe tafereeltjes.

Bij Mental Mickey is die spanning ruimschoots aanwezig. Het is misschien wel te danken aan het ontbreken van tekst, afgezien van wat los geprojecteerde woorden, dat deze setting veel onheilspellender en zelfs beangstigend werkt. Het narratieve wordt hier niet onder woorden gebracht maar aan het spel van camera en spelers overgelaten.
Mental Mickey begint bijna vertederend alhoewel de tralies voor zijn cel en de rest van de inrichting al een vingerwijzing zijn dat het niet goed gaat met Mickey Mouse. Hij bewerkt een paar krasloten en heeft uiteraard niks gewonnen. Dan begint een langzaam van voor naar achteren wiegen dat steeds beklemmender wordt naarmate de tijd vordert en de soundtrack in heftigheid toeneemt. Voeg daarbij de beelden van de camera die door de cel van Mickey trekt en wederom details uitvergroot die in alles bijdragen aan de teloorgang van de beroemde stripfiguur: een smoezelige bar waar een ernstig verminkte plastic Mickey een sigaret rookt, een ranzig bedje in de hoek. En Mickey maar wiegen als een autist die iedere voeling met het bestaan is verloren. Een zo indringend beeld en de geweldige soundtrack, van de jonge Berlijnse componist Jakob Diehl waar Thibo en Burger vaker mee samenwerken, hebben geen aanvullende tekst meer nodig. Zelfs als je de oorspronkelijke Mickey niet kent (zoals ondergetekende) wordt je meegenomen in een voorstelling die gaandeweg steeds meer onder je huid kruipt en niet zomaar uit je gedachten verdwijnt en voldoende ruimte laat om allerlei interpretaties op het vertoonde los te laten.

Powerplant laat met deze voorstellingen zien dat ze visueel en auditief over het nodige talent beschikken. Als het om de tekst gaat, valt er nog veel te verbeteren al wijt Powerplant dat zelf aan het feit dat het een ‘work in progress’ is. Normaal gesproken wordt een paar maanden gewerkt aan een voorstelling, in Syb is het in viereneenhalve week in elkaar gezet.

Zoals gebruikelijk in Kunsthuis Syb was Mental Mickey And The Desert Of Doom slechts een paar keer te zien. Voor de mensen die het gemist hebben is er gelukkig een herkansing.
Tijdens de opening op 20 september van het Media Art Festival Friesland zal deze voorstelling nogmaals worden uitgevoerd in Leeuwarden. Kijken, dat zeker.

MENTAL MICKEY AND THE DESERT OF DOOM
POWERPLANT
Projectperiode 8 augustus t/m 9 september

Deze recensie werd geschreven in het kader van het recensentenprogramma van SYB. De recensie mag rechtenvrij worden gepubliceerd mits daartoe vooraf toestemming is verleend door SYB.

Dit project wordt mede gefinancierd door de Mondriaanstichting, de Provincie Fryslân, Hanze Hogeschool Groningen/ Academie Minerva en het Frank Mohr Instituut.