15 augustus t/m 23 oktober 2004

EEN PERFECTE TUSSENSTOP

Recensie door Klaas Koetje

De voortekenen waren niet gunstig. Fotografie in welke vorm dan ook en dat geldt dus ook voor kunstfotografie is een medium dat mij in hoge mate verveelt. En dan de aankondiging dat ‘geïnspireerd’ op de zeventiende eeuwse schilderkunst kostuums ontworpen zijn die ook nog eens tegen ‘authentiek Hollandse’ achtergronden door lokale bewoners van Beetsterzwaag gedragen uiteindelijk vastgelegd worden (waarbij de uitdrukking ‘op de gevoelige plaat’ nog net buiten het idioom bleef). En dat leverde dan al met al een vervreemdende mengeling van zienswijzen op in een samenwerkingsproject van een Marokkaan en een Arubaan. De eerste reactie was dus ‘burp’.

Het bijzondere en mooie van kunst blijft wat mij betreft dat het af en toe krachtig de bezem door het stofnest van oordelen en vooroordelen haalt. Kunst die dat vermag, kan gerangschikt worden onder de noemer memorabel. Dat is ook kunst die zich weet te ontworstelen aan de context waarin het gemaakt of gepresenteerd wordt.
Dit zijn kwalificaties die van toepassing zijn op de foto’s die Said Mahrouf (de Marokkaan, 1973) in samenwerking met Jossy (de Arubaan, 1968) heeft geproduceerd. De lange werkperiode die beiden hebben gehad om tot het resultaat te komen dat in Syb te bewonderen is mag weinig productief lijken. En Mahrouf en Jossy hadden zelf ook in gedachten om zeker elf foto’s te maken. Door omstandigheden is dat niet gelukt. Maar wat dondert het. Er hangen vijf pareltjes van foto’s.

Daarmee zou de kous af kunnen zijn maar de vraag rijst vanzelfsprekend wat deze foto’s zo bijzonder maakt dat ze in het geheugen blijven hangen. Wat zeker helpt is de figuratieve afbeelding en de overduidelijke referentie aan de zeventiende eeuwse schilderkunst. Met name dat laatste mag zich genesteld weten in het collectieve bewustzijn. Niet dat iedere Nederlander de namen van Steen of Vermeer of Rembrandt meteen bij het juiste schilderij plakt maar de beeldtaal heeft zich verankerd en hoeft niet bevochten te worden.
Mahrouf en Jossy hebben echter niet gemakzuchtig deze open deur ingetrapt. Om te beginnen zijn het geen schilderijen (en geen bevroren beelden uit video’s maar daarover straks). Het zijn foto’s die zo ongelooflijk strak zijn dat ze daardoor op geen enkele manier nog proberen schilderij te zijn. Dat zal niet in de laatste plaats te danken zijn aan de ervaring van Jossy als reclamefotograaf maar ook de lichtval, de positionering van de modellen, de keuze van de interieurs en niet te vergeten de kostuums die Mahrouf voor deze serie ontworpen heeft: Calvinistische erotiek in optima forma zoals die ook terug te vinden is in ontwerpen van Viktor en Rolf.
Het geheim van de pure esthetiek van dit werk schuilt niet in de perfectie waarmee deze foto’s zijn gemaakt. Die komt voort uit een volkomen ‘verstilling’ van het beeld. Dit zijn geen ‘snapshots’ uit de realiteit of ‘stills’ uit een videofilm. Iedere beweging of verleiding daartoe is uit het beeld verdwenen. Zelfs de regendruppels die op het glas achtergebleven zijn (op een van de foto’s), lijken niet van plan om naar beneden te druipen. Het is dan ook bijna vreemd dat de modellen zich toch per foto in andere situaties bevinden. Dat is tegenstrijdig met de volkomen onbeweeglijkheid die hier is bereikt.

Het is wat dat betreft een meer dan gelukkig besluit om naast deze foto’s die Mahrouf een tussenstop in zijn werk noemt ook de videoregistraties van een aantal performances te laten zien. Daarin zoekt Mahrouf naar de interactie tussen architectuur, kostuumontwerpen en beweging van de performers. In fotografie is beweging niet aan de orde en dat is dus briljant geënsceneerd waarbij elk detail bijdraagt om die totale bewegingsloosheid te bereiken.

PURE ESTHETIEK

De woorden zijn gevallen: pure esthetiek. Daar gaat dit werk mijns inziens over. En er is niets tegen pure esthetiek. Komiek/theatermaker Freek de Jonge riep onlangs in een van zijn voorstellingen: ‘Dat iets geen betekenis heeft wil nog niet zeggen dat het niks te betekenen heeft’. Ik zou deze frase van toepassing willen verklaren op dit werk. Ook de videoregistraties van de performances laten voortdurend zien dat Mahrouf in feite met niets anders bezig is dan esthetiek. Perfectie is daarbij een noodzakelijke factor en daar is Mahrouf met zijn medewerkers over het algemeen goed in. Over het algemeen omdat er in de videoregistraties enkele onvolkomenheden zitten die afbreuk doen. Het is zo jammer om zo’n slechte copie van Erika (uit 2000) te vertonen terwijl die performance op zich bijzonder fraai is en bij de registratie van Viewpoint (2003), een performance tijdens een cultuurnacht in Den Haag is het camerawerk erg onrustig. Medina (2001) en Optreden uit 2002 (op een enkel scherpstellingsprobleempje en een ongecontroleerde camerabeweging na) hebben weer die perfectie waar de esthetiek van Mahrouf volledig tot haar recht komt. En niet te vergeten: de video’s worden vertoond op televisies en dat zorgt ervoor dat de glans, de helderheid, de kleur, het contrast en de intensiteit behouden blijven en niet opgeofferd zijn aan die al vaker gememoreerde dwangmatigheid om alles wat op video lijkt maar te willen ‘beamen’. Jammer alleen dat het geluid af en toe werd overstemd door langs rijdend gemotoriseerd verkeer. De muziek harder zetten was echter ook geen optie omdat dat weer volledig indruist tegen die zeer geconcentreerde esthetiek. Volgende keer maar proberen geluidsdichte cabines te maken.

Als gezegd onttrekt het fotowerk zich aan de context waarin dit is gemaakt. In het kader van Noorderlicht (nog niets van gezien) was Mahrouf benaderd. In een gesprek dat wij hadden liet hij weten niet geïnteresseerd te zijn in Arabische plaatjes. Met die uitspraak was impliciet duidelijk dat hij zijn autonomie niet laat frustreren door thema’s en ondanks zijn Marokkaanse achtergrond kiest hij niet voor de gemakkelijke weg van het exotisme. Daar mag iemand ook wel eens een pluim voor krijgen want die verleiding is (in cultuurpolitiek opzicht) groot en hij heeft zich daar niet echt aan bezondigd, afgezien van de titels van de foto’s die geen betekenis opdringen maar wel een vleugje exotisme in zich dragen (je moet toch iets te zeuren hebben).
De andere context was Beetsterzwaag en Kunsthuis Syb. Ook die begrenzing is ruimschoots overstegen. De foto’s staan op zichzelf en hadden qua entourage net zo goed in Amsterdam of Leiden gemaakt kunnen zijn. Maar misschien is dat dan het geluk dat zowel Mahrouf als Syb ten deel valt: even een tussenstop om iets anders te doen. Dat moet Mahrouf maar eens vaker doen en ik ben zeer nieuwsgierig of hij kan volharden in het produceren van kunst die geen betekenis heeft maar wel iets te betekenen heeft.

Des te onbegrijpelijker dat de Sybren Hellinga Kunstprijs 2004 naar Paulien Oltheten is gegaan maar die keuze valt buiten de context van deze beschouwing.

MASHHAD
Said Mahrouf & Jossy
Projectperiode 15 augustus t/m 23 oktober

Deze recensie werd geschreven in het kader van het recensentenprogramma van SYB. De recensie mag rechtenvrij worden gepubliceerd mits daartoe vooraf toestemming is verleend door SYB.

Dit project wordt mede gefinancierd door de Mondriaanstichting en de Provincie Fryslân.