5 t/m 27 juni 2004

UNTITLED HAD NOOIT MOGEN GEBEUREN

Recensie door Klaas Koetje

“De kunstenaars verwachten in Untitled gestalte te geven aan de wijze waarop wij onszelf en onze omgeving bekijken”. Met deze zin uit het persbericht is wellicht een ingang te vinden in de warboel die het ‘work in progress’ is waar Anne-Lore Cassier en Derk-Jan Kroon zich mee bezig houden. De conclusie kan namelijk alleen maar zijn dat deze twee mensen zichzelf eens heel goed moeten bekijken en dat wat hun ‘werk’ heet te zijn. Dat is nog niet alles: ook is een grote vraag wat gastconservator Jan Stelma (artisiek leider Grand Theatre Groningen) heeft bewogen deze twee mensen te vragen om een project in Syb aan te pakken. Van visie, concept, talent laat staan progress is geen sprake en dat maakt het schrijven van een beschouwing pijnlijk voor alle betrokkenen. Untitled etaleert een onthutsend amateurisme en de enige raad die overblijft voor Cassier en Kroon is zoek een ander vak of ga je eerst eens verdiepen in het vak dat je wenst te beoefenen.

De ellende begint bij het beeld. Dat neemt een prominente plaats in in het project. Videobeeld wel te verstaan en ook het met computer ter plekke gemanipuleerde videobeeld. Zowel Cassier als Kroon durven zichzelf te presenteren als videokunstenaars. Het begrip videokunstenaar is al sinds eind jaren zestig een betwistbaar begrip. Vanaf die tijd (voordien bestond eigenlijk alleen Nam June Paik, de grondlegger en peetvader van de videokunst) zag je met regelmaat beeldend kunstenaars die het wel leuk vonden om ook eens een filmpje te maken of beeldend kunstenaars die binnen hun metier niet zo goed waren en hun toevlucht zochten bij het medium video. Video is altijd een beetje blijven hangen tussen film en beeldende kunst (registratie van performances of iets dergelijks) en heeft een bizarre relatie gehouden tot televisie dat bij uitstek het domein van video is. Weinig kunstenaars hebben zich volledig op video gestort en het medium ten volle benut.

Voordat video tot wasdom kon komen ontwikkelde de computer zich razendsnel en zijn we nu in een periode aangeland waarin veel jonge kunstenaars amper weten wat video is. Er is een op zichzelf interessant diffuus gebied ontstaan van analoge en digitale middelen waarin de ontwikkelingen zo snel gaan dat het zicht op de oorspronkelijke techniek volledig is verdwenen. Het gebruik van beamers is daarvan een illustratie: het gaat niet zozeer om de vraag wat een beamer met het (video)beeld doet ten opzichte van bijvoorbeeld een monitor maar het gaat er vooral om om beelden groot te projecteren. Eigenlijk komt het neer op bioscoopje spelen.

De essentie van het tekort schieten van Cassier en Kroon ligt juist op dit terrein. Er is geen enkele visie op wat een (video)beeld kan doen of zijn. Een voorbeeld: Derk-Jan Kroon vertoonde op zondag 20 juni beelden uit het Midden-Oosten. Het zijn beelden die iedere vakantieganger kan maken. Langdurig op een bepaalde straathoek een opname maken en mensen voorbij zien wandelen is geen kunst. Dat is denken dat iets vanzelf kunst wordt. Af en toe is er natuurlijk wel een toevalstreffer maar die wordt dan niet gezien. En dat durf ik zo stellig te beweren omdat je ziet dat er niets mee gedaan is. Een van de opnames toont een ambachtsman die een Arabische tekst in steen uithouwt. Geprojecteerd op de vlekkerige wand in de voorste ruimte van het Kunsthuis levert dat een fraaie spanning op. Projectie en de projectiewand vloeien in elkaar. Maar helaas: Kroon (en Cassier) zien het niet en doen er niets mee. Zoals ze ook geen oog hebben voor de omgeving waar ze zich bevinden en dat is toch een van de uitgangspunten van de projecten die in Syb plaatsvinden.

Cassier heeft ook een handje van gemakzucht al zie je dat niet direct terug in de ‘live performances’ maar des temeer in haar filmpje “11/2 gedicht”. Dit filmpje is tot stand gekomen nadat zij zich als ‘artist in residence’ bij Pavlov Media in Groningen heeft “gespecialiseerd” in video. Uit het filmpje blijkt dat ze inmiddels weet wat een camera is, dat je beelden kunt monteren en dat je daarmee een verhaaltje kunt vertellen. De montage van het filmpje laat zien dat ze meteen een van de grootste clichés die de videomontage kent (suggereer drama door snelle montage) toepast en betekenisvolle muziek bij de beelden zoekt om het drama inhoud te geven. Dat de beelden en het verhaaltje in zichzelf alweer clichés zijn doet dan al bijna niet meer ter zake. Ik heb mij in mijn jonge jaren gespecialiseerd in schilderkunst nadat ik vier Ravensburger schilderijen had gemaakt, dat is het niveau waarop zich die “specialisatie in video” afspeelt.

Dan is er nog het ‘live’ mixen en manipuleren van videobeelden. Voor dat doel is Jan Klug gevraagd. Klug is een goeie muzikant en ontpopt zich de laatste jaren als multimediakunstenaar. In de praktijk van Untitled komt dat er op neer dat hij de trukendoos opent met behulp van MAX/MSP, een bijzonder computerprogramma dat een snelle opmars maakt in de multimedia kunsten waarbij van alles en nog wat aan elkaar is te koppelen en het ene effect nog mooier is dan het ander. En dat is dus wat er gebeurt. Leg live-beelden op elkaar; vertraag ze; leg er een effectje overheen; projecteer ze op een ruit en dan lijkt het misschien wel kunst. Dat er geen enkele visuele gedachte achter zit, hindert kennelijk niet en voor menige leek zal het er allemaal toverachtig en raadselachtig uitzien en misschien ook nog wel tot de uitroep leiden “dat dat allemaal kan tegenwoordig”. (Als ik Klug zo bezig zie denk ik steeds weer: Jan pak alsjeblieft een klarinet of saxofoon of dwarsfluit en ga muziek maken).

Inderdaad, het kan allemaal tegenwoordig. Het is de immense grabbelton van het digitale tijdperk waar op goed geluk altijd wel iets leuks of iets moois tevoorschijn wordt getrokken. Maar het vergt kunstenaars om daar de juiste ingrepen te plegen en keuzes te maken. Daarvoor is een denkwijze, een visie, een concept en talent nodig. Dit theatrale vertoon van onvermogen is tenenkrommend. En dan helpt het ook niet meer om muzikanten en/of dansers in te schakelen of op poëzie lijkende quasi-diepzinnigheid te debiteren (Cassier) die uitsluitend een lang excuus vormt voor onvermogen (“beoordeel mij niet op esthetica, metafysica etc. etc.”; “none of these words are mine is that a crime”). Deze namaakpoëzie dan weer in geluidssamples verwerken en als zoveelste laag toevoegen dat het onvermogen moet afdekken is zinloos. Dat zijn theatrale trucjes die niet kunnen verhullen dat hier twee (en met in hun kielzog nog enkelen) mensen werken die geen idee hebben waar ze mee bezig zijn en zelfs niet de klok hebben horen luiden laat staan dat er in de wijde omgeving een klepel valt te ontdekken. Terug naar de studieboeken of duik er eens voor het eerst in.

Dit is snoeiharde kritiek. Veel blijft onbesproken want als er slakken zijn valt er heel wat zout op te leggen. En natuurlijk heb je te doen met Cassier en Kroon dat dit over hen wordt gezegd. Wie zich profileert als theatermaker/videokunstenaar (Cassier) of filmer/videokunstenaar (Kroon) en daarmee aan de weg wil timmeren zal toch echt met iets anders voor de dag moeten komen. Dan passen ook geen excuses als “we zijn pas een week” bezig of “we doen dit voor het eerst”. Dat zijn zaken waar tevoren over nagedacht moet worden.

Tussen de twee weekenden waarin ik Untitled heb bezocht, heb ik me dan ook het hoofd gebroken wat hier in godsnaam aan de hand is. Hier zijn twee mensen aan de gang die zichzelf kunstenaar vinden en kennelijk zo weinig zelfkennis hebben om te besluiten dat ze beter wat langer buiten de schijnwerpers hadden kunnen blijven alvorens zich aan zo’n project (welk project is overigens onduidelijk omdat er geen concept is en als dat al bestaat volkomen richtingloos is) te wagen. Dat het persbericht rept over “naar hartelust experimenteren” lijkt interessant maar wordt het pas wanneer de deelnemers hun (beeld)taal en gereedschappen beheersen en met die kwaliteiten het experiment opzoeken.

Bij zoveel gebrek aan kwaliteit doemt uiteraard de vraag op wat Jan Stelma heeft bewogen deze mensen in het diepe te gooien. Stelma heeft grote verdiensten als artistiek leider van Grand Theatre. Ook in het theater geeft hij jong en onbekend talent kansen. Maar dan heb je het wel over talent. Cassier is een actrice en Kroon een audiovisueel technicus en ze zullen zonder twijfel een nuttige bijdrage kunnen leveren aan menig Grand Theatreproductie maar het wordt een heel ander verhaal om deze twee mensen een dergelijk project te laten doen. Ik heb een paar mislukte pogingen gedaan om met Stelma hierover van gedachten te wisselen maar we konden elkaar niet te pakken krijgen.
Hoe het ook zij. Van een conservator mag je verwachten dat hij (theater)kunstenaars bij elkaar zet die binnen de context die Kunsthuis Syb is tot iets in staat zijn. Dat een project ook wel eens minder goed kan uitpakken of zelfs totaal mislukt is niet erg. Zichtbaar moet blijven dat er kunstenaars aan het werk zijn die intrinsieke kwaliteiten hebben en dat is hier niet het geval. Of Stelma heeft zich ernstig vergist in Cassier en Kroon of hij heeft te laconiek twee mensen in een omgeving gestopt die ze niet kennen, waarvan ze de taal en het denken niet begrijpen. Theater is iets anders dan beeldende kunst maar ook een vorm van kunst waar denken aan ten grondslag ligt en beheersing vergt van de middelen waarmee gewerkt wordt en theater heb ik ook niet gezien. Met een camera op je hoofd rondlopen en theatrale bewegingen maken is nog geen theater ook al ben je afgestudeerd aan de toneelacademie in Arnhem.

Ik kan me het hoofd blijven breken en dit allemaal nog bezien in grotere kaders en er nog vele pagina’s aan wijden maar het beste is om Untitled gauw te vergeten. Vergissen is menselijk en iedereen mag fouten maken, plegen we in dit land goedmoedig te zeggen. In deze tijden hoor je voetballers en coaches nog wel eens zeggen: dit had nooit mogen gebeuren. Laat ik mij daarbij aansluiten. Dit had nooit mogen gebeuren.

UNTITLED
Anne-Lore Cassier en Derk-Jan Kroon
Projectperiode 5 juni t/m 27 juni 2004

Deze recensie werd geschreven in het kader van het recensentenprogramma van SYB. De recensie mag rechtenvrij worden gepubliceerd mits daartoe vooraf toestemming is verleend door SYB.

Dit project wordt mede gefinancierd door de Mondriaanstichting, de Provincie Fryslan en Grand Theatre Groningen.